top of page
  • Foto van schrijverPeter Crombecq

Snoepwinkel ‘Bij Virginieke’ en het geheim van de verdwenen straatnaam

Bijgewerkt op: 26 apr.

Er bestond in Edegem een straat met de naam Bessemsstraat. En dan verdwijnt die plots. Wat is het geheim van de Bessemsstraat? En wat heeft dat te maken met de legendarische snoepwinkel ‘Bij Virginieke’? Dat kom je te weten in dit verhaal.


‘Bij Virginieke’, Strijdersstraat 24, het deurtje met Zwarte Kat links en Coca-Cola-bordje rechts (bewerking Willy Swiggers).

Bessems is een niet zoveel voorkomende familienaam met ontstaanskernen ondermeer in Boechout. En dat is ook waar de Edegemse Bessems-dynastie vandaan komt [i]. Michael Bessems is de Boechoutse oervader van alle Edegemse Bessemsen. Twee kleinzonen van hem, Andreas en Cornelius, zullen in Edegem hun sporen achterlaten. Het is zijn kleinzoon Cornelius Bessems die als eerste naar Edegem trok en er trouwde met Maria Van Schevensteen.

Zijn kinderen zijn allemaal in Edegem geboren tussen 1703 en 1709. Van zijn zoon Guilielmus ‘Guilliam’ weten we dat hij in 1753 ‘collecteur’ of ontvanger van belastingen was in Edegem en dat hij grond verwierf in de wijk Mussenburg [ii]. Via de bevolkingsregisters komen we te weten dat het één van de twee hoeves was van Grijpegem, een gehucht dat nu verdwenen is maar gelegen was aan het kruispunt van de huidige Lourdeslaan en de Molenlei/straat. Guilliam Bessems trouwde eerst met Anna Verbiest, die jong overleed, en daarna met Joanna Van Rompaey. Ze kregen samen 8 kinderen, allemaal geboren in Edegem tussen 1743 en 1757. Guilliam stierf echter al in 1760 en liet zijn weduwe met veel jonge kinderen achter. Die hertrouwde vier maanden later met Henricus Jacobus Verbiest, een Edegemse notabele.


Grijpegem, links anno 1777, midden 1870 met westelijk de Bessemshoeve, rechts anno 2023, verdwenen.

Een zoon van Guilliam, Josephus Guilielmus (Joseph) Bessems, die op de hoeve Grijpegem geboren werd op 25 oktober 1752, bleef er wonen. Hij was politiek actief en werd meermaals gemeenteraadslid in de Franse en Hollandse periode [iii].

Op 20 juli 1818 trouwde de 65-jarige Joseph met zijn 30-jarige dienstmeid Anna Barbara Mattheus en kreeg met haar 3 kinderen. Hij stierf, op zijn boerderij, op 8 juli 1834 en werd 81 jaar.


Franciscus Joannes Bessems, winkelier en gemeenteontvanger


Zoon Franciscus Joannes heeft ook zijn stempel gedrukt in Edegem. Geboren op 6 september 1819 in de ouderlijke hoeve in Grijpegem trouwde hij in 1844 met Anna Maria Bal en openden samen een winkeltje in de Molenstraat 20. Een jaar later in 1845 werd hij ook ontvanger van de gemeente en dat zou hij blijven tot 1858 [iv].

Moeder Anna Barbara Mattheus vertrok in 1847 met de nog thuiswonende kinderen van de boerderij in Grijpegem naar een groot huis aan de Molenstraat 14.

Ook zoon Franciscus Joannes verhuisde met zijn gezin naar dat huis.

Met Anna Maria Bal had hij 3 kinderen waarvan een doodgeboren dochter en een zoon die juist geen jaar werd. Anna Maria stierf ook iets later in 1850, ze was maar 33 jaar. Een jaar later hertrouwde hij met Joanna Catharina Adriana De Laet en met haar had hij nog 9 kinderen. Joanna De Laet, bekend als Joke of moederke Bessems, was spinster en kantwerkster.


Beide gebouwen aan de Molenstraat (nu Drie Eikenstraat) bestaan nog altijd.


Woningen van de families Bessems: rechts het vroegere winkeltje aan de Molenstraat 20 (1832-1857) en links het grote huis aan de Molenstraat 14 (1857 tot 1876); tussen de twee woningen is het Zwaluwnest (16-18).

Franciscus Joannes belandde met zijn gezin rond 1880 in een huis aan de Dorpstraat 38, later Strijdersstraat 34, twee huizen voorbij de historische herberg De Roetaard richting Oude God [v]. Het huis bleef 60 jaar in de familie, tot het in 1939 werd afgebroken. Franciscus Joannes, inmiddels 84, overleed thuis op 7 november 1903. Zijn echtgenote Joanna De Laet overleed er op 18 februari 1914.


Het echtpaar Franciscus Joannes Bessems en Joanna Catharina De Laet, in de bloemetjes gezet op hun jubileum van 50 jaar huwelijk in 1901, uitgebreid gevierd in Edegem (collectie Historisch Archief Erfgoed Edegem).

Het grote gezin heeft een paar gekende afstammelingen waaronder de dochters Apolonia “Polien” (die met haar man Joannes Emilius Anthoni een voormoeder was van vele Edegemse herbergiers [vi]) en Virginia of “Virginieke”.


De legendarische snoepwinkel Bij Virginieke


Virginieke Bessems (collectie Historisch Archief Erfgoed Edegem)

Legendarisch wordt het ouderlijk huis aan de Strijdersstraat pas wanneer Virginia Bessems er een snoepwinkeltje van maakt: Bij Virginieke.

En dat was allesbehalve vanzelfsprekend. Virginia was immers naar Antwerpen vertrokken en werkte er als dienstmeid. Ze trouwde in Antwerpen met een Waal uit Soye, Felicien Cianippe, een plafonneerder. Die werd eigenlijk al snel opgesloten in wat men toen noemde ‘het zottenhuis’ of ‘het Sint-Amedeusgesticht’ in Mortsel en overleed er in 1905. Weduwe Virginia verhuisde in 1908 met haar dochter Celina terug naar de ouderlijke woning aan de Strijderstraat 34.

Bij Virginieke is door de Kring voor Heemkunde gereconstrueerd met nog originele en gevulde snoepdozen van 50 jaar geleden.

En toen opende ze er het snoepwinkeltje Bij Virginieke; je kon er voor een half souke (5 cent) snoep kopen. Haar dochter trouwde met metsersgast Josephus Miroen en ze kregen twee kinderen, Virginia en Edmond.

Virginie Miroen, genoemd naar haar grootmoeder Virginie Bessems (collectie Historisch Archief Erfgoed Edegem).

Het gezin bleef bij moeder Virginia wonen tot het huis werd afgebroken in 1939 [vii]. Josephus, Celina en haar moeder Virginia verhuisden met de snoepwinkel naar de Strijdersstraat 24, twee huizen voorbij De Zwaan, tussen behanger Geers en kolenboer Theunis.

Foto links: Sint-antoniuskerk, dan de lantaarn aan de Molenstraat, herberg De Zwaan, behanger Geers en helemaal rechts ‘Bij Virginieke’; foto rechts: behanger Geers, ‘Bij Virginieke’ en kolenhandelaar Theunis-Cocquyt (uit privéarchief van Etienne Cocquyt).

Josephus Miroen stierf er in 1940, Virginia Bessems, de stammoeder van het snoepwinkeltje, overleed er op 9 november 1948. Van Virginieke werd gezegd: “Het was een braaf mens, kwam nooit uit huis, alleen voor de kerk.” [viii]. En die kerk was niet zo heel ver natuurlijk. Het is vooral dochter Celinneke die bij vele Edegemnaars nu nog herinneringen oproept (zodat men zich soms afvroeg waarom het winkeltje Bij Virginieke noemde). Celinneke wordt door Edegemnaars vandaag nog herinnerd als een hele lieve, vriendelijke en goedhartige vrouw, zo goedhartig dat ze af en toe een oogje dichtkneep als de kleinmannen weer een snoepje hadden meegepikt. Kleinmannen die dat pas 60 jaar later durfden bekennen 😉.

Het hele huizenblok werd afgebroken in 1965 en toen was het gedaan met een snoepwinkel die decennialang de Edegemnaars heeft leren snoepen.

Celina Cianippe verhuisde naar de Tony Bergmannstraat en overleed op 25 april 1986. Celinneke werd 87 jaar [ix].


Een prachtige reconstructie van Bij Virginieke heeft nu een onderkomen gekregen bij de Kring voor Heemkunde, in de toren van het oude gemeentehuis.

Maar wat is nu eigenlijk het geheim van de Bessemsstraat?


Weduwe Bessems komt van Vremde naar Edegem


Rond 1855 komt Maria Catharina Mortelmans met haar tweede echtgenoot, landbouwer Joannes Baptista Van Camp, vanuit Vremde naar Edegem als pachters van Hoeve Ten Daele (was gelegen op de hoek van de Oude Godstraat en de Omheininglei). Maria Catharina was eerder getrouwd met Petrus Gummarus Bessems en had met hem 7 kinderen. Petrus Gummarus stierf al op 38-jarige leeftijd en was de achterkleinzoon van Andreas Bessems hierboven genoemd.

Maria Catharina hertrouwde 1,5 jaar na zijn overlijden met Van Camp waarmee ze overigens nog 3 kinderen had. Het echtpaar ging in 1867 rentenieren in de Doelveldstraat 20. Zoon Franciscus Albertus Van Camp baatte Hoeve Ten Daele verder uit, samen met ondermeer zijn halfbroer Carolus Benedictus Bessems.

Een van zijn zussen, Maria Elisabeth Bessems, was getrouwd met Franciscus Wyckmans en zij kochten twee huisjes in de Doelveldstraat, nummers 11 en 13, schuin tegenover hun moeder. Het koppel woonde in nummer 11. Een broer en een andere zus, Joannes Cornelius en Maria Catharina Bessems, woonden ernaast in nummer 13. Zij rentenierden allemaal.

Als lid van het allereerste bestuur was Joannes Cornelius betrokken bij de oprichting van het openbare Godsgasthuis, gesticht op 29 december 1877, de voorloper van Woonzorgcentrum Immaculata [x].

Vijf jaar later krijgt het Edegemse gemeentebestuur een opmerkelijke vraag van Carolus Benedictus omdat die zich “ziek voelende zijne krachten afnemende en niet meer bekwaam zijnde om voortdurend zwaren arbeid te verrichten”. De vraag was of hij, mits afgifte van zijn hele vermogen zijnde 3.000 Belgische frank, mag gaan wonen in het Godsgasthuis. De tegenprestatie is dat het borg staat om “behoorlijk te zorgen voor alle kosten van inwoon & onderhoud, …, en gratis verpleegd te worden”. Carolus Benedictus moest wel voldoen aan een aantal regels namelijk “wellevendheid, gehoorzaamheid, deugdzaam leven en daarbij huis- tuin- en landbouwwerken verrichten welke hem zullen bevolen worden voorzooveel het hem zijne gezondheid en overblijvende krachten zullen toelaten.”


De overeenkomst werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 maart 1883 [xi] en hij was vermoedelijk de allereerste bewoner van het latere Immaculata die niet geplaatst was maar vrijwillig in het openbare Godsgasthuis ging wonen. Of ze met de overeenkomst winst gemaakt hebben is onduidelijk, Carolus Benedictus werd 77 jaar en overleed op 1 april 1904. Hij woonde er 21 jaar.


Het geheim van de Bessemsstraat


Hiermee hebben we de Edegemse geschiedenis van de families Bessems beschreven. Maar wie gaf zijn naam aan de Bessemsstraat?

Was iemands verdienste zo groot dat het gemeentebestuur besloot dit te belonen met een straatnaam? Waren het de machtige landbouwers? De winkeliers? De gemeenteontvanger? De renteniers? De medeoprichter van WZC Immaculata? Polien of Virginieke?


Tot 1876 waren er, ter hoogte van wat nu de Vrijwilligersstraat was, niets dan weiden en velden. Vanaf de Doelveldstraat tot aan de Mechelse Steenweg. In de verte zag je de Mussenburghoeve en een beetje naar rechts, aan het kruispunt van de Hovestraat en de spoorlijn Antwerpen-Doornik (nu de Boniverlei), een stenen bouwsel dat dienst deed als station [xii]. Je zag dus ook de treinen rijden door de velden.

Stafkaart 1879 met de dorpskern links, de Mussenburghoeve, de spoorlijn (nu Boniverlei), de Hovestraat en rechts de Mechelse Steenweg (Historisch Archief Erfgoed Edegem, Erik Laforce).
Het station van Edegem met recht vooruit de weg van Hove naar Edegem, helemaal rechts de Sint-Antoniuskerk en voorbij de velden de achterkant van de huizen aan de Doelveldstraat (foto van Jos Bavais, Anvers, Photographe Amateur, 27 juni 1886, bewaard op het HAEE).
De Bessemsstraat. Kaart 1, 1870 weiden en velden; kaart 2, 1925 15 huisjes; kaart 3, 2023 situatie vandaag.

De weide waarop de Bessemsstraat komt, was eigendom van de Edegemse landbouwersfamilie Laureys en werd door hen verkaveld. Een perceel verkochten ze aan Jan Corneel (Joannes Cornelius) Bessems. Die splitste zijn perceel in 5 delen en bouwde er als eerste, in 1879, vier huizen op die hij verhuurde. Het pad van de Doelveldstraat naar die 4 huisjes werd in de volksmond de Bessemsstraat genoemd, naar de huisbaas [xiii].

De vier huisjes van Jan Corneel Bessems stonden achteraan de Bessemsstraat (nu Vrijwilligersstraat), naast waar vandaag Uitvaartbegeleiders De Backer gelegen is.


Twee van de vier huisjes kan je nog herkennen: Vrijwilligersstraat 51 en 53.

De aanpassing van Bessemsstraat naar Vrijwilligersstraat in 1931 gebeurde omdat de toenmalige bewoners niet erg te spreken waren over de straatnaam, die klonk teveel naar “Bezemstraat” en dat vonden ze niet leuk.

Het werd Vrijwilligersstraat om de Edegemnaars te eren die vrijwillig meevochten tijdens de eerste wereldoorlog [xiv].


Jan Corneel had geen verdienste aan zijn straatnaam en zal zich ook niet omdraaien in zijn graf omdat hij zijn straatnaam kwijt speelde. Al was het maar om ook de vrijwilligers van Immaculata te eren, de instelling waar hij zich zo voor inzette en die zijn broer zo goed verzorgde.


En Virginieke… Virginieke blijft voortleven, in de toren van het oude gemeentehuis.


Peter Crombecq, november 2023

Met dank aan Frieda Anthoni, Leo Bruyninckx, Etienne Cocquyt, Erik Laforce, Frank Neyens, Willy Swiggers en de vele reageerders op Facebook.


Disclaimer

Het verhaal is gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kunnen aanvullen, nuanceren of aanleiding kunnen geven tot aangepaste inzichten.


 

Eindnoten

[i] De voornaamste bronnen zijn de parochieregisters, de registers van de burgerlijke stand, de bevolkingsregisters en het kadaster. [ii] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, (Edegem: Gemeentebestuur van Edegem, 1974), p. 17 [iii] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 544, 547, 558-559 [iv] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 600 & 607 [v] Peter Crombecq, “De Zielenroerselen van Herberg De Roetaard”, te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/de-zielenroerselen-van-herberg-de-roetaard [vi] Peter Crombecq, “De herbergiersfamilies Anthoni in Edegem”, te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/de-herbergiersfamilies-anthoni-in-edegem [vii] Privéarchief Anthoni Frieda [viii] Privéarchief Anthoni Frieda [ix] Privéarchief Anthoni Frieda & informatie van Etienne Cocquyt [x] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 909 [xi] RAA, BE-A0511/P036 - 06 f 069, gemeenteraad van 26 maart 1883 [xii] Erik Laforce, “Het eerste huis in de Hovestraat”, te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/het-eerste-huis-in-de-hovestraat [xiii] Vreemd is wel dat de roepnaam Bessemsstraat werd overgenomen in de bevolkingsregisters en een halve eeuw heeft bestaan zonder dat een gemeentelijk orgaan zoals het college of de gemeenteraad van die tijd hierover een uitspraak heeft gedaan. Het gebeurde gewoon… Nog vreemder is dat de straat, tegen alle heersende gewoontes in, anders werd genummerd. De huis het verst van het centrum kreeg het nummer 1, en dan nog langs de linkerkant. De vier huisjes van Jan Corneel Bessems stonden dus achteraan de Vrijwilligersstraat met nummers 1, 3, 5 en 7. Pas bij de hernoeming naar Vrijwilligersstraat in 1931 werd de nummering aangepast volgens de regels, onpaar rechts en nummer 1 het dichtst bij het gemeentehuis. [xiv] Hens Pierre, “Edegem in alle straten”, (Edegem, Davidsfonds, 2023), p. 114

698 weergaven

Comments


bottom of page