De heer Brunnabend daagt de gemeente Edegem voor een Duitse rechtbank en eist met succes schadevergoeding wegens de plundering van zijn huis in de Patronaatstraat in 1914. Na de oorlog start de gemeente Edegem een rechtszaak om de betaalde sommen terug te vorderen. In de “Geschiedenis van Edegem” van professor R. Van Passen en in het eerste boek van A. Mens en A. Van Elshocht over de Eerste Wereldoorlog in Edegem [1] wordt over deze “zaak Brunnabend” geschreven, maar er bleven wat losse eindjes liggen.
Deze ”zaak” wordt hier kort hernomen en gesitueerd, het volledige artikel met alle details en referenties staat online bij het Historisch Archief van Erfgoed Edegem.
De familie Brunnabend in Antwerpen
In Antwerpen zijn in het begin van de twintigste eeuw vele Duitse inwoners, veelal middenklasse of hogere burgerij, dikwijls betrokken bij handel en horeca. Deze grote Duitse gemeenschap zal uit Antwerpen verdwijnen door de uitwijzing in 1918.
Vreemdelingenpolitie Antwerpen Klapper 1886-1900 A tot C
In 1894 komt een familie Brunnabend uit Barmen in Duitsland (nu is dit Wuppertal) naar Antwerpen (Sint-Jozefstraat) wonen. Vader Carl Wilhelm en echtgenote Lydia Beckman zijn renteniers, hun kinderen Karl, Arthur en Lydia zijn resp. 15, 13 en 10 jaar oud.
In 1900 trouwt zoon Karl met Elisabeth Maes uit Hove. Notaris Jan Eduard van Broeckhoven uit Mortsel is getuige. De familie Brunnabend woont dan in Mortsel, de vader is eigenaar van Villa Mathilde op de Mechelsesteenweg en van twee huizen op de hoek van de Statielei en Pieter Reypenslei. De moeder is al in 1896 in Barmen overleden. Karl heeft aan de verplichtingen van de militiewet voldaan (is uitgeloot).
Zoon Arthur is dienstplichtige van de klasse 1901. In 1902 trouwt dochter Lydia met de Duitser Franz Simon.
Gasthuisstraat of Patronaatstraat 1 (in rood)
In 1905 koopt vader Carl Wilhelm een huis in de Gasthuisstraat 1 (Patronaatstraat) te Edegem. Als hij in 1910 overlijdt, worden de eigendommen tussen de drie kinderen verdeeld.
Arthur in Edegem
In april 1911 verkopen Karl en Lydia hun erfdeel aan Arthur. Die wordt dan de eigenaar van het huis in de Patronaatstraat. Arthur trouwt op april 1911 in Vremde met de Duitse Hedwig TEPPER, dochter van de eigenaar van Hotel Westphalia op het Astridplein te Antwerpen. Zij komen in Edegem wonen.
De Eerste Wereldoorlog
Op 28 juli 1914 begint de Eerste Wereldoorlog. Op 4 augustus trekt het Duitse leger België binnen. De gouverneur van Antwerpen geeft op 6 augustus de gemeenten de opdracht alle inwoners met Duitse identiteit vóór middernacht uit de vesting Antwerpen te verwijderen. Het is echter niet zeker of de Brunnabend ’s nog de Duitse nationaliteit hebben op dat ogenblik: in 1914 zijn ze 10 jaar afwezig uit Duitsland. Bij de geboorteakten en huwelijksakten wordt nergens een nationaliteit vermeld. Zo hebben de echtgenote van Karl én zijn kinderen de Belgische nationaliteit, dus werd hij kennelijk bij zijn huwelijk niet als Duitser beschouwd.
Het gezin Brunnabend-Maes zal op 24 september 1914 in Woensdrecht (NL) belanden en emigreert daarna naar Amerika. Franz Simon woont dan al in Amerika, met achterlating van zijn echtgenote Lydia.
Spion Arthur
In Edegem wordt Arthur Brunnabend als spion opgepakt, zoals hij zelf in Barmen vertelt in november 1914 [2] (vertaald uit het Duits):
Ik ben geboren op 20 december 1881 in Barmen en woon sinds 1894 in België. Sinds 3 jaar woon ik in Edegem bij Antwerpen en bezit daar in de Gasthuisstraat Nr. 1 een woning, namelijk 1 huis, bestaande uit 8 kamers, daaraan verbonden een remise en paardenstal. Ik had een vastgoedbedrijf in Edegem. Samen met mijn vrouw werd ik 8 dagen na het uitbreken van de oorlog als spion gearresteerd door de Gendarmerie. Ik mag niet klagen over de behandeling. Ik kende persoonlijk de burgemeester van Edegem en de rijkswachters. Misschien om deze reden werden we na één dag van arrestatie vrijgelaten. Ik keerde toen met mijn vrouw via Nederland terug naar Duitsland en kwam op 19 augustus in Barmen aan…
Ik ben niet ingeschreven in het register van het Duitse consulaat. Sinds 1894 bezoek ik Barmen elk jaar een paar dagen.[3] – Toen we in Edegem werden gearresteerd, hadden we geen tijd om iets mee te nemen; zelfs na onze vrijlating mochten we niet terugkeren naar onze woonst. Integendeel, we kregen de instructie om onmiddellijk naar Nederland te reizen.
Verder vertelt hij dat huis en meubelen achterliet en dat hij gezien heeft hoe er elders geplunderd werd. “Dus welke schade ik loop, kan ik voorlopig niet aangeven. Uit voorzorg meld ik de schade die ik zou moeten lijden.”
Veroordeling Edegem
Een tijd later wordt een zaak aangespannen bij een Duits “Schiedsgericht”, dat op 14 januari 1916 de gemeente veroordeelt tot een schadevergoeding van 8000 frank en 480 frank proceskosten. Theodoor Hellemans, procuratiedrager (eigenaar van Villa Hilda), en Gregoor Van Put, landbouwer, lenen resp. 5000 en 4000 frank aan de armlastige gemeente voor deze kosten.
Na WO1: sekwester Brunnabend.
In 1918 besluit de Belgische regering dat iedereen die ooit de Duitse nationaliteit had, als Duitser beschouwd zal worden, met als gevolg dat hun eigendommen onder sekwester worden geplaatst en zij het land moeten verlaten. De gemeente Edegem profiteert daarvan om de schadevergoeding en kosten terug te eisen. Eind 1918 betekent een deurwaarder (door een advertentie in “La Métropole”) het bevel aan Arthur Brunnabend om zich te melden bij het gerecht in Antwerpen. Hij laat ook beslag leggen op de woning en op de meubelen die bij schrijnwerker Torfs in bewaring zijn. In maart 1919 eist de gemeente de terugbetaling. De woning wordt in december 1919 openbaar verkocht voor 14950 frank. De koper is een bekende naam in Edegem: Raymond De Groodt, die in 1950 een geschiedenis van Edegem publiceert.
Gazet van Antwerpen 14 december 1919
Slot
In 1921 vinden we in de gemeenterekening van Edegem de vermelding “9000 frank teruggaaf boet Brunabend”. Dus Edegem heeft het gehaald.
Van Arthur Brunnabend-Tepper is geen spoor te vinden na 1918. Broer Karl, in de VSA gekend als “Charles” zal in Montana en later in Washington DC wonen, waar hij in 1959 overlijdt. Zuster Lydia komt in 1928 in de VSA aan, zij woont ook in Washington DC en overlijdt in Maryland in 1972.
Referenties en bronnen
[1] André Mens & André van Elshocht. Bezetten, vereren en fusilleren. Deel 1: Edegem en de Groote Oorlog. Edegem 2016. Pagina 14 en bijlage 3. [2] Stadtarchiv Wuppertal. Zentrum für Stadtgeschichte und Industriekultur. “U 001 Schadenersatzansprüche Geflüchteter aus Belgien, Frankreich, England, Russland und Ostpreußen durch den Ersten Weltkrieg und Nachforschungen nach Vermissten (1914-1918)”. [3] Op die manier geeft hij aan dat hij nog steeds de Duitse nationaliteit heeft gehouden.
Edegem, 10 februari 2022 Erik Laforce