top of page

Doortocht van de Duitse troepen door Edegem, van vrijdag 9 tot zondag 11 oktober

  • Foto van schrijver: Peter Crombecq
    Peter Crombecq
  • 1 dag geleden
  • 2 minuten om te lezen

Op vrijdag 9 en zaterdag 10 oktober 1914 bereikten de Duitsers Antwerpen. Hun doortocht door Edegem gebeurde zonder incidenten. Pastoor Cuypers getuigt:

“Bij de inval van de vijand in de gemeente – eigenlijk was het maar een doortocht – is er niet gevochten. De enkele burgers die nog in het dorp verbleven, zijn met rust gelaten. In de dagen die volgden, is niemand lastiggevallen en werden er geen gijzelaars opgeëist.”


Voortgaand op bovenstaande getuigenis en de bekende Duitse discipline, mogen we er zeker van zijn dat plunderingen in Edegem door burgers, al dan niet uit Edegem, zijn gepleegd. De villa van burgemeester Clement Segers, die naar Engeland was gevlucht, moest het ontgelden: dekens, autobanden, benzine werden ontvreemd en natuurlijk wisten de plunderaars ook hun weg te vinden naar de wijn- en champagnekelder van de afwezige burgemeester. Wie zich aan plundering schuldig had gemaakt, werd al snel voor de rechter gebracht. Kranten berichtten hier herhaaldelijk over. Een voorbeeld van het snelrecht van destijds!

 

Op 27 december 1914 verscheen Salomon W. voor de rechter. Volgens het verslag verschenen in Gazet van Antwerpen van 29 december 1914 kwam hij er vanaf met een voorwaardelijke straf.

 

EENE STOMITEIT.

Salomon W. van Edeghem moest terecht staan wegens diefstal of ten minste verheling van allerlei meubelen, winkelwaar en, linnengoed ten nadeele ven vele inwoners der gemeente, tot zelfs bijden d.d. burgemeester, de heer Jans.

-       Eiwel ! vraagt de voorzitter aan Salomon W. Hoe had gij dat alles in uw bezit?

-       Ik was een der eersten te Edegem en...

-       Gij hebt geplunderd?

-       Halt neen! Duitse soldaten brachten dit goed bij mij thuis. Ik kreeg ze dus...

-       En gij dolft het onder in uw hof?

-       Ja, zie, dat is de eenige stommiteit door mij aangevangen! Bekent betichte.

Die 'stommiteit' zal hij wellicht nooit meer aanvangen, want ze kost hem vijf

maanden gevangenis en 26 fr. Boet, gelukkig, voorwaardelijk, omdat hij nog nooit

werd gestraft.


En we lezen verder in dezelfde krant dat er ook werkelijk Edegemnaars werden gestraft.


TWEE ZAKEN VAN EDEGEM.

De eerste is ten laste van twee jonge nietdeugden, Jan S. en Frans Van R., bijgenaamd “De Vijg”, dezer gemeente, die in den winkel van Juffrouw Emma Van Linden 25 pakskens cigaretten wisten te robberen kregen 15 dagen gevang.

Louis Van O. was tijdens het bombardement op zijn post gebleven en wilde de plundering van den bloemmolen beletten, maar alleen was hlj onmachtig. Eene vrouw van Niel vroeg hem op een gegeven oogenblik :

-       Waarom neemt gij ook uw deel niet ?

-       Ja, voor mij is dat moeilijk, antwoordde Van O., ik ben van de policie.

-       Dan zal Ik uw deel nemen, het op mijn wagon laden en het aan uw huis afzetten.

En zoo liet Van O. zich bekoren. Voor de tabak was 't hetzelfde. Die

had hij uit een winkel gehaald, waarvan de eigenaar al weg was.

Louis Van O. kreeg hier, na pleit van zijne verdedigers MMrs Berneys en

Stuyck, 5 maanden gevangenis voorwaardelijk.

 

Deze anekdotes zijn te vinden op pagina 58 en 59 in het boek van André Mens en André Van Elshocht, “Bezetten, Vereren en Fusilleren deel 1”, uitgegeven door de gemeente Edegem in 2016.


 
 
bottom of page