top of page

Het Verwoeste Gewest in Edegem

  • Foto van schrijver: Peter Crombecq
    Peter Crombecq
  • 18 okt
  • 13 minuten om te lezen

Op een van onze samenkomsten in het Historisch Archief van Edegem sprak de éminence grise van het gezelschap deze woorden uit: “En ik versta nog altijd niet waarom er nog niemand iets geschreven heeft over het Verwoeste Gewest in Edegem”. Een Verwoest Gewest? Wij hoorden het in Edegem donderen.

En als Pierre Hens iets zegt, marcheren wij. Naar de familie Fincken.

 

De Limburgse hoveniers Fincken

 

Petrus Gerardus Servaes ‘Pieter Gerard’ Fincken, zoon van de Nederlandse pijpenmaker Andries en de Belgische Elisabeth Holsenspies, was in 1842 geboren in Stevensweert, Nederlands Limburg, nabij de Belgische grens[i]. Stevensweert was voor de Finckens het centrum van de wereld, er waren er heel veel, te veel. Vandaar dat ze uitzwermden, onder meer naar de Boomsesteenweg in Antwerpen. Daar woonden Pieter Gerard Fincken en Anna Maria Thys, getrouwd in Antwerpen op 5 november 1868. Beide waren hoveniers. Een jaar later vinden we hen terug op de Groenenhoek in Berchem waar ook hun vier kinderen geboren werden, drie jongens en een meisje; een van de jongens, Ludovicus en dochter Maria overleden vroegtijdig.

 

ree

De Finckens komen naar Edegem

 

Pieter Gerard Fincken en Anna Maria Thys en hun zoon Melchior met zijn vrouw Maria Knaeps. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)
Pieter Gerard Fincken en Anna Maria Thys en hun zoon Melchior met zijn vrouw Maria Knaeps. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)

De klassieke hoveniers van de 19de eeuw, zij die tuinen onderhouden, evolueerden stilaan naar fruittelers en de Finckens speelden daarop in.

In 1895 zagen ze een grote opportuniteit bij Hof Ter Linden. Pieter Gerard kwam met zijn vrouw en zoon Josephus Melchior, enkele knechten en een meid wonen in de Terlindenstraat nummer 6 (vandaag is dat aan de Kasteelweg waar achter de hoeve van boer Kerrebrouck ook nog 2 andere woningen stonden). Hij onderhield er met zijn team een orangerie, serres, moestuinen (lot 4) en percelen met fruitbomen loten 5 & 6[ii].

Rechts onderaan de Sint-Antoniuskerk, vertrekpunt van de dreef naar Hof Ter Linden. De gezinnen woonden in huizen op lot 3 en bewerkten de loten 4, 5 en 6. (HAE)
Rechts onderaan de Sint-Antoniuskerk, vertrekpunt van de dreef naar Hof Ter Linden. De gezinnen woonden in huizen op lot 3 en bewerkten de loten 4, 5 en 6. (HAE)
Drie Eikenstraat 274
Drie Eikenstraat 274

Zoon Josephus Melchior leerde Maria Knaeps uit Oud-Turnhout kennen, trouwde met haar in 1899 en zij gingen in Oud-Turnhout wonen. In 1902 keerden ze terug om samen met zijn ouders naar een nieuwe woning te verhuizen in de Molenstraat 40 (vandaag Drie Eikenstraat 274, perceel C196). Vader Pieter Gerard had het perceel in 1903 gekocht. In 1904 werd het huis gebouwd (dat staat er overigens vandaag nog) en op 1 januari 1905 was het zover. De familie verhuisde van het hoveniershuis bij Hof Ter Linden naar een plek waar ze meer dan 40 jaar zouden blijven wonen. De Edegemse Fincken-stamouders overleden er allebei: Pieter Gerard in 1915, Anna Maria Thys in 1929.

In 1946 verliet de laatste Fincken het huis aan de Drie Eikenstraat 274.


ree

 Van de 5 kinderen van Josephus Melchior en Maria zijn er twee geboren in Oud-Turnhout en drie in Edegem. Henricus overleed thuis toen hij elf was. De andere drie jongens werden fabrieksarbeider en bleven wonen in Edegem. Maria trouwde en vertrok naar Antwerpen. In deze tak stierf de tuinbouw uit. Josephus Melchior was de laatste.


De komst van Henri Fincken

ree

De oudste zoon van stamvader Petrus Gerardus, Henricus Andreas Guilielmus ‘Henri’ Fincken, kwam in 1895 niet mee naar Edegem. Hij had Maria Catharina Van de Werf leren kennen en was met haar een jaar eerder, in 1894, getrouwd in Mortsel. Zij verhuisden naar Boechout waar Henri hovenier werd aan het Hof van Moretus.  Zij woonden op de Konijnenberg vlak bij het Hof. Maria Catharina Van de Werf beviel er van elf kinderen waarvan er vijf vroegtijdig overleden.

Rond 1911 begon Henri voorbereidingen te treffen om naar Edegem te verhuizen. Hij kocht er perceel C370, ‘in the middle of nowhere’, zonder toegang tot een straat. Waarom Henri uit Boechout wilde vertrekken weten we niet goed, mogelijk omdat zijn vader 60 werd, of omdat hij zijn eigen bedrijf wilde opstarten.

Stafkaart Kontich 1903-1937 met in het groen perceel C370. (HAE)
Stafkaart Kontich 1903-1937 met in het groen perceel C370. (HAE)

Henri bouwde op dat perceel C370 een huis en moest, om het domein te verlaten, het pad gebruiken dat van het Arendsnest en de Boerenlegerstraat naar de Kontichstraat liep. Op 3 februari 1912 verhuisde Henri met vrouw, twee zonen en vier dochters.

 

Moeder Van de Werf overleed een jaar na aankomst, in 1913.

Henri Fincken met zijn zes kinderen Alice, Louis, Anna, Maria Theresia, Constant en Leonie. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)
Henri Fincken met zijn zes kinderen Alice, Louis, Anna, Maria Theresia, Constant en Leonie. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)

 Vader Henri en zijn zes kinderen zullen in Edegem niet onbekend blijven.

 

De fruitgaarden van Henri Fincken

 

Henri plantte de overige grond op perceel C370 vol met fruitbomen en -struiken en omringde het met een beukenhaag. Dat deed hij in 1913 ook met het aanpalende perceel C373 dat hij vanaf zijn aankomst pachtte van de Kerkfabriek van Edegem.

 

Henri had naast de Edegemse percelen ook een perceel in de Drabstraat bij Fort 4. We lezen hierover:

“Helaas lag de grond in de buurt van Fort 4. Bij de dreiging van de Groote Oorlog kwam in augustus 1914 de genie van de Versterkte Vesting Antwerpen zijn fruitbomen omhakken. Henri Fincken schreef: (..) er bleef niets over dan eenige boomstompen, sommige op één meter en andere op een halve meter van den grond afgekapt. Zijn 175 fruitbomen en 2000 bessenstruiken zouden hem een opbrengst van 2490 Belgische frank (in euro omgerekend ongeveer 14.250 euro) hebben bezorgd, merkte hij op.”

(Bron: Edegem, dat boerendorp van toen … deel 2, p. 82[iii])

 

Deze gebeurtenis zal ongetwijfeld meegespeeld hebben in wat nog gaat gebeuren.

 

In 1919 kocht hij een achterliggend aangrenzend perceel C371 erbij. Beide grote percelen lagen tussen de Boerenlegerstraat en de Kontichstraat en het domein was erg uitgestrekt. “Zijn fruitkwekerij was zo groot geworden dat, wanneer de plukkers mochten stoppen, een dochter met de fiets rond het domein reed om

hun dat te vertellen.”, lezen we in ‘Edegem, dat boerendorp van toen … deel 2, p. 82’

Op de Popp- kaart van 1870: rechts de Kontichstraat, links de Boerenlegerstraat met links onderaan de omringende grachten van het Arendsnest. De drie 3 fruitgaarden van de familie Fincken bevonden zich op de percelen 370, 371 en 373. Transparant op de achtergrond de huidige verkavelingen. (Geopunt)
Op de Popp- kaart van 1870: rechts de Kontichstraat, links de Boerenlegerstraat met links onderaan de omringende grachten van het Arendsnest. De drie 3 fruitgaarden van de familie Fincken bevonden zich op de percelen 370, 371 en 373. Transparant op de achtergrond de huidige verkavelingen. (Geopunt)

Oudste zoon Ludovicus Gerardus Henricus trouwde in 1920 en verhuisde naar Mechelen. Henri’s dochter Alice Fincken trouwde in 1925 met Felix Couck, een landbouwer en boomkwekersbaas, en ging bij hem wonen in het Hof van Buizegem. De boerderij van Felix Couck was één van de vier oude hoeves van Buizegem, de enige met een gracht errond. De vier andere kinderen woonden nog thuis, samen met hun vader Henri.

 

Jarenlang verliep alles in peis en vree.

 

Ontketende de Kerkfabriek een oorlog?

 

Tot in 1926 de Kerkfabriek perceel C373 verkocht aan de 41-jarige Edmond Ruyssers, een diamantslijper die woonde in de Doelveldstraat 16. Ruyssers meende dat hij niet alleen de grond, maar ook de fruitgaard gekocht had. Fincken betwistte dat in de meest felle bewoordingen. Er volgende een jarenlang proces wat in 1931 resulteerde in een uitspraak van de rechtbank: Ruyssers kon wel degelijk over het terrein beschikken inclusief de fruitgaard[iv].

Toen deed Henri Fincken iets wat niemand had zien aankomen (maar hij in het verleden ook al eens had meegemaakt), hij kapte op een nacht, met een tiental helpers, alle fruitbomen, -struiken en de hoge haag van het hele perceel om[v].

 

In Het Laatste Nieuws van 21 september 1931:

Met het zonnige Septemberweer komen veel wandelaars uit de omgeving naar het terrein tusschen Edegem en Kontich, waar de hovenier Fincken 450 fruitboomen en 3000 bessenstruiken liet omhakken. 't Is een oord van verwoesting. Bebladerde takken en struiken liggen op hoopen. Stukken stammen rijzen nog in de grilligste vormen uit den grond. De eens zo’n weelderige hof, die jaarlijks voor 25.000 frank fruit opleverde, naar men ons verzekert, en een halve ha groot is, biedt een treurig beeld van verwoesting. 't Is als in het begin van den oorlog: zoo was het toen op ons hof ook zoo gesteld, zegt een vrouw.[vi]

In Het Volk van 24 september 1931:

Hovenier Fincken heeft uit wraak 450 fruitbomen en 3000 bessenstruiken omgehakt. … Hij neemt alle verantwoordelijkheid op zich en weigert zijn helpers te noemen. De schade wordt op een half millioen frank geraamd. De dader werd dinsdag aangehouden[vii].”

 

Het Verwoeste Gewest

 

(Bron: KBR. HLN van 24 september 1931, p. 16)
(Bron: KBR. HLN van 24 september 1931, p. 16)

Voor Henri Fincken was het duidelijk, hij moest het perceel achterlaten zoals hij het gekregen had, zo stond het in zijn overeenkomst met de Kerkfabriek. De politie kon er niet om lachen en stak de 62-jarige ‘in de doos[viii]. Henri: “Ik kan dan ook zeggen dat van de acht milloen inwoners die België telt, ik de éénige ben die in de gevangenis te recht kwam om een vrij aangegaan kontrakt uitgevoerd te hebben.”

 

(Bron: KBR. HLN van 20 september 1931, p. 8)
(Bron: KBR. HLN van 20 september 1931, p. 8)

Het Verwoeste Gewest was zodanig bekend dat het een toeristische trekpleister werd voor het hele land, zo lezen we in een pamflet van Henri Fincken: “Duizende, ja tienduizende van alle hoeken van 't land en den vreemde die wildemansdaad kwamen bezichtigen en hunne walging erover uitspreken.”.

 

Maar dat was niet het einde, integendeel. Er ontstond in Edegem een nietsontziende oorlog tussen Fincken, Ruyssers en zelfs het gemeentebestuur met burgemeester Willem Arts op kop.

In een publiek pamflet[ix] zegt Fincken tegen burgemeester Arts:

Ten gevolge eene kritiek op een paar uwer burgemeestersdaden, hadt ge tegen mij eenen onverzoenbaren haat opgevat. Daar de gelegenheid om u te wreken wat lang uitbleef, hebt ge de wegruiming der boomen als een welkome gelegenheid aangepakt, te meer daar ge een passende hulp vondt in Ruyssers. In een omzien hebt ge uw batterij klaar en begint eene perscampagne, daarbij een handje geholpen door een hersenlooze vertegenwoordiger van eene tot op den draad versleten caste. Dit echter was niet voldoende. Met eene sluwheid, arglistigheid en verfijnde boosheid, bewerktet gij den onderzoeksrechter middelerwijl ge een paar vrouwen, heilige in schijn, babbelaarsters van stiel, gelaste het goede (?) woord in 't dorp te verkondigen. Ge hebt gelogen dat de vurigste aanhanger van Calvine bij u om les kan komen. Ge hebt aan den onderzoeksrechter verklaard dat ik n'n man was met een onmogelijk karakter, iemand die altijd last veroorzaakte, daarbij n'n gepatenteerden leugenaar, er bijvoegende dat hij mij moest ruïneren dat ik zulks dubbel en dik verdiende. Zelfs mijn kinderen ontsnapten niet aan uwen haat, want ge hebt aan eenen éénoogige uit de gebure gezegd: dat het onbegrijpelijk was dat de overste der school, waar mijne dochter regentes is, iemand kon houden die zulk een gemeenen vader had. Wist ik niet burgemeester, dat ge geboren zijt in de lepelstraat, dan zou ik denken dat ge Napolitaan zijt: hij immers ook steekt kaarskens aan voor de Madona, opdat de Vendetta goed zou uitvallen en hij den vijand recht in 't hart zou treffen. Mislukt zijne wraak, dan begint hij te vloeken.”

Burgemeester Arts antwoordde via de gemeenteraad:

In een paar futlooze strooibiljetjes, welke hij als open brieven betiteld, stapelt hij in een zoo onbeschaafd als ongeschaafd taaltje een hoop gemeene lasteringen op. … Geheel de bevolking is verontweerdigd in opstand gekomen tegen het vuige gedoe van F... in zooverre zelfs dat hij van wege een groep inwoners reeds een protesteerend schrijven ontving, waarin hem op het ongehoorde zijner handelwijze gewezen werd. De Raad stemt diensvolgens eenparig de volgende motie van afkeuring welke bij middel van plakbrieven aan de bevolking ter kennis zal gebracht worden.[x]

 

Enzovoort, enzovoort, …

 

Processen werden ingespannen waartegen meerdere keren in Beroep en in Cassatie werd gegaan op rechtbanken over het hele land.

 

Volgens Fincken is het duidelijk: “Het hof van beroep bestatigt dat de openbare verpachting van 25 november 1925 mij de verplichting oplegde (dat) de bomen die door mij, huurder, werden geplant bij 't einde van 't huurceel moesten worden weggeruimd.”[xi]

In een krant van 12 december 1936 lezen we toch nog een andere versie[xii]: “Ruyssers zou schadevergoeding krijgen, maar nergens stond aangegeven over welke bomen de schadevergoeding werd gevraagd” … waardoor er geen uitspraak kwam.

 

Nadien vinden we over de hele gebeurtenis nergens nog iets terug.

 

Edmond Ruyssers en zijn vrouw verhuisden in 1935 naar Antwerpen. Allicht zat de controverse in Edegem er wel voor iets tussen.

Uiteindelijk kocht de gemeente het perceel van Ruyssers, na toch nog een terechte tussenkomst van Fincken; Ruyssers had de grensbomen meegerekend in de kostprijs van het perceel, maar die waren van Fincken. De verkoop ontaardde deze keer niet en het college van 23 september 1938, met burgemeester Arts op kop, keurde de aankoop goed. Motivatie: “de grond is zeer geschikt als stapelplaats voor wegenismaterialen daar hij buiten de kom van de gemeente gelegen is”[xiii].

 

Wat gebeurde er nog met de Finckens?


Henri Fincken op zijn wat oudere dag. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)
Henri Fincken op zijn wat oudere dag. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)

Henri’s zoon Constant, fruitkweker, trouwde in 1937 met Maria Geenens en verhuisde naar Wilrijk.

 

Henri zelf overleed in 1948.

 

Drie dochters bleven achter: Anna was regentes en gaf les, Maria en Leonie beheerden de fruitgaard.

 


Jos Torfs zag het allemaal van dichtbij gebeuren. Wonende in de Leeuwerikenlei 3 was het terrein over de Kontichstraat een uitgelezen speelplaats. De fruitgaard van de Finckens was dan wel omgeven door een ondoordringbare beukenhaag, de jongelui vonden genoeg wegen om stiekem bessen te plukken. Voor fruit belden ze, zoals het hoorde, aan bij ‘Madame Fincken’.


Centraal natuurlijk een paard met ruiter (Jos, Lutgart en Greet Torfs) maar ook links van het paard het domein van Fincken met de toegangspoort naar het pad. Rechts is het pad naar de Kontichstraat, dat toen veel breder was dan vandaag. Rechts van het pad was het Verwoeste Gewest en dat zie je ook aan het meest rechtse huis dat ook op de krantenfoto staat van 1931 hierboven. (Foto Jos Torfs)
Centraal natuurlijk een paard met ruiter (Jos, Lutgart en Greet Torfs) maar ook links van het paard het domein van Fincken met de toegangspoort naar het pad. Rechts is het pad naar de Kontichstraat, dat toen veel breder was dan vandaag. Rechts van het pad was het Verwoeste Gewest en dat zie je ook aan het meest rechtse huis dat ook op de krantenfoto staat van 1931 hierboven. (Foto Jos Torfs)
Op deze foto d.d. 1947-1954 zien we linksonder Kasteel Arendsnest (1) met erboven de Boerenlegerstraat en rechts de Kontichstraat met rechtsboven de Leeuwerikenlei en de Zwaluwenlei. Het domein van Fincken (2) is duidelijk zichtbaar met het huis (3) rechts onder de boomgaard. Het huis is niet verbonden met de Kontichstraat, enkel met een pad dat vandaag nog bestaat en loopt van de Kontichstraat naar het Arendsnest. Wat ook zichtbaar is, is de gemeentelijke stapelplaats voor wegenismaterialen (4) en de volkstuintjes op perceel C372 (5) en C373 (6). (HAE)
Op deze foto d.d. 1947-1954 zien we linksonder Kasteel Arendsnest (1) met erboven de Boerenlegerstraat en rechts de Kontichstraat met rechtsboven de Leeuwerikenlei en de Zwaluwenlei. Het domein van Fincken (2) is duidelijk zichtbaar met het huis (3) rechts onder de boomgaard. Het huis is niet verbonden met de Kontichstraat, enkel met een pad dat vandaag nog bestaat en loopt van de Kontichstraat naar het Arendsnest. Wat ook zichtbaar is, is de gemeentelijke stapelplaats voor wegenismaterialen (4) en de volkstuintjes op perceel C372 (5) en C373 (6). (HAE)

De zussen werden al wat ouder en in 1972 werd beslist tot verkaveling van de fruitgaard[xiv]. Leonie was dan 65, Anna 67 en Maria 73. Ter voorbereiding hadden ze de fruitgaard al laten kappen, voor de zussen was dat de derde keer dat ze dit meemaakten. Straten werden vervolgens aangelegd en de woonst van de zussen aan de Kontichstraat stond plots in een andere straat.

1971 (links): de omtrek van de fruitgaard is nog te zien; er is een oprit naar het huis vanaf de Kontichstraat; de volkstuintjes inclusief het Verwoeste Gewest zijn zichtbaar; 1979 (midden): de verkaveling is voltooid; er zijn bouwwerken bezig op en achter het Verwoeste Gewest; 2025 (rechts): situatie vandaag: volkstuintjes op percelen 372 en 373. (HAE & Geopunt)
1971 (links): de omtrek van de fruitgaard is nog te zien; er is een oprit naar het huis vanaf de Kontichstraat; de volkstuintjes inclusief het Verwoeste Gewest zijn zichtbaar; 1979 (midden): de verkaveling is voltooid; er zijn bouwwerken bezig op en achter het Verwoeste Gewest; 2025 (rechts): situatie vandaag: volkstuintjes op percelen 372 en 373. (HAE & Geopunt)
De verkaveling van de fruitgaard van de zussen Fincken (percelen C370 en C371), zicht vanuit de Monseigneur Cardijnlaan. Het enige huis links is dat van Fincken. (Archief Frank Neyens)
De verkaveling van de fruitgaard van de zussen Fincken (percelen C370 en C371), zicht vanuit de Monseigneur Cardijnlaan. Het enige huis links is dat van Fincken. (Archief Frank Neyens)

Vandaag vinden we op de plek van de Fincken-fruitgaard de straten Kapelaan Smitslaan, de Pastoor Denslaan en de August Coolslaan. Het huis van de Finckens kreeg een nieuw adres: Kapelaan Smitslaan 20. De oprit naar de Kontichstraat werd aangelegd voor 1971. Het werd het ‘huis met de lange oprit’.

Het huis van de familie Fincken met oprit vanaf de Kontichstraat; vandaag ter hoogte van huisnummer 109-111. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)
Het huis van de familie Fincken met oprit vanaf de Kontichstraat; vandaag ter hoogte van huisnummer 109-111. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)
Het huis van Fincken had in 1947 als adres Kontichstraat 127 en kreeg na de verkaveling het nieuwe adres Kapelaan Smitslaan 20. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)
Het huis van Fincken had in 1947 als adres Kontichstraat 127 en kreeg na de verkaveling het nieuwe adres Kapelaan Smitslaan 20. (Archief Suzanne Couck & Ingrid Fincken via Pierre Hens)

De zussen werden alle drie meer dan 90 jaar oud, Leonie overleed als laatste in 2004. Tot dan bleef het huis ‘met de lange oprit’ bestaan. Ze liggen samen begraven op het kerkhof van Edegem.

Graf van de gezusters Fincken op het kerkhof van Edegem. (HAE)
Graf van de gezusters Fincken op het kerkhof van Edegem. (HAE)

In 2004 nog werd het huis verkocht en een jaar later afgebroken[xv]. De laatste getuigenis van de familie Fincken verdween, of toch niet.

 

De verrijzenis van het Verwoeste Gewest


Het perceel naast het Verwoeste Gewest, C372, was eigendom van de Kerkfabriek van Sint-Pauwels in Antwerpen. Zij verpachtten een deel van de grond al sinds 1908 aan Edegemnaars die er volkstuintjes op aanlegden. Rond 1930 werd het volledige perceel ter beschikking gesteld waardoor er ruimte was voor 54 panden van ongeveer 150 m²[xvi]. Het perceel is veel langer dan het naastliggende perceel C373 (het Verwoeste Gewest). De gemeente Edegem, sinds 1938 eigenaar van perceel C373, gebruikte het, zoals beslist in de gemeenteraad, als stapelplaats voor wegenismateriaal[xvii].

 

Achter de stapelplaats ontstonden nieuwe volkstuintjes (zie luchtfoto 1971). Eventjes dacht men nog om er huizen te bouwen; de plannen waren er, een weg en de riolering werden aangelegd; de volkstuintjes verdwenen (zie luchtfoto 1979). Maar die plannen werden opgeborgen.

En toen werd het hele perceel volledig ingevuld met panden voor tuintjes. Zo ontstond er over de percelen C373 en C372 een grote mooie oppervlakte die vandaag beheerd worden door de VZW Koninklijke Volkstuinen Edegem.

De volkstuintjes vandaag met links perceel C373, ooit Het Verwoeste Gewest en rechts het langere perceel C372. (Foto Mark Daemen)
De volkstuintjes vandaag met links perceel C373, ooit Het Verwoeste Gewest en rechts het langere perceel C372. (Foto Mark Daemen)
Het Verwoeste Gewest heeft plaats gemaakt voor iets heel moois: een mozaïek van volkstuintjes, een oord van rust en vrede, … (Foto Mark Daemen)
Het Verwoeste Gewest heeft plaats gemaakt voor iets heel moois: een mozaïek van volkstuintjes, een oord van rust en vrede, … (Foto Mark Daemen)

 

De nalatenschap van de familie Fincken

 

(Foto’s PetCro)
(Foto’s PetCro)

Het pad tussen het vroegere huis van Fincken en het Verwoeste Gewest heet vandaag het Finckenpad; de gemeente was niet rancuneus, de ruzie was vergeven en vergeten.

 

Peter Crombecq

Met erg veel dank aan Pierre Hens, Jos Torfs, Frank Neyens en de collega’s van het Historisch Archief Edegem.

 

Dit verhaal is een bijdrage aan “Edegem’s verleden, bewaard voor de toekomst” van het Historisch Archief Edegem. Het Historisch Archief is toegewijd aan het behoud van het papieren en digitale geheugen van Edegem. Door het verzamelen, inventariseren en digitaliseren van documenten, boeken, foto’s, tijdschriften, plannen en meer, zorgt het Historisch Archief ervoor dat de geschiedenis van Edegem bewaard blijft voor toekomstige generaties.

 

Disclaimer

Het verhaal is gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kan aanvullen, nuanceren of aanleiding kan geven tot aangepaste inzichten.


 

Referenties


[i] De meeste informatie over geboorte-, huwelijks- en overlijdensdata komen uit de akten van de burgerlijke stand.

[ii] HAE, Opmeting percelen Hof Ter Linden in 1895.

[iii] Pierre Hens & André Mens, “Edegem, dat boerendorp van toen … deel 2”, (Edegem: Davidsfonds, 2016), p. 82

[iv] KBR. HLN van 20 september 1931, p. 8

[v] KBR. Het Volk van 24 september 1931, p. 6

[vi] KBR. HLN van 21 september 1931, p. 2

[vii] KBR. Het Volk van 24 september 1931, p. 6

[viii] HAE. Doos 98, DOC_055, “Open brief aan mijnheer Arts, burgemeester van Edegem”

[ix] HAE. Doos 98, DOC_055, “Open brief aan mijnheer Arts, burgemeester van Edegem”

[x] KBR. Het Handelsblad van 15 juni 1936, p. 2

[xi] HAE. Doos 98, DOC_055, “Open brief aan mijnheer Arts, burgemeester van Edegem”

[xii] HAE. GvA van 12 december 1936, p. 2

[xiii] Edegem. Gemeenteraadsbesluit 22 juli 1938, “Voorstel tot aankoop van grond dienende tot stapelplaats van wegenismaterialen”, folio 99

[xiv] ANF. Verkavelingsvergunning van 19 september 1972 percelen C370, C371, C373 en C375

[xv] Pierre Hens & André Mens, “Edegem, dat boerendorp van toen … deel 2”, o.c., p. 82

[xvi] Jos Torfs, in De Zonneblusser, “110-jarig bestaan van de volkstuinen van Edegem”, 2018-1, pp. 7-10

[xvii] Edegem. Gemeenteraadsbesluit 22 juli 1938, “Voorstel tot aankoop van grond dienende tot stapelplaats van wegenismaterialen”, folio 99

 

 
 

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page