top of page
Foto van schrijverJoris Van der Mueren

Het Shoppingcenter

 

Het Shoppingcenter Wijnegem, 'Shop Eat Enjoy' heet het nu.

Ik weet nog begin jaren 90 toen het open ging en iedereen zijn mond vol had van dit uniek complex in de Antwerpse regio. De meeste mensen dachten dat deze verzameling van winkels, zo dicht bij elkaar, vernieuwend en nooit gezien was in deze contreien.

Niets was minder waar.

 

Op den Elsdonk hadden we al een shoppingcenter toen er op die plek in Wijnegem nog koeien in de wei stonden. In de tuinwijk had je toen bijna op elke hoek van de straat een winkeltje. Groentewinkels, slagers, een schoenmaker, een drogisterij, een krantenwinkel en later ook nog een frituur. Er was ook een elektriciteit zaak waar wij, kinderen, klakkebuizen gingen kopen. Dit waren witte of gele bedradingsbuizen waardoor we uit reclameblaadjes gemaakte pijltjes bliezen.

 

De Parklaan, waar de meeste van de winkels zich bevonden, was toen nog een echte laan met wilde kastanjebomen en zowat de hoofdstraat van den Elsdonk. Bijna alle straten kwamen uit in de Parklaan en de straten die niet uitkwamen in de Parklaan kwamen uit in straten die wel in de Parklaan uitkwamen.

Met die wijsheid kon de Parklaan zich gerust de koning der straten van den Elsdonk noemen. De middenstand bloeide er hevig.

 

Op de hoek met de Vestinglaan had je een aannemer, de Fik. 'Aannemer voor alle werken' stond er op zijn venster geschreven. Heel, heel lang geleden heb ik hem nog met een stootkar weten rijden waar dan al zijn metsersattributen op lagen. Ik denk dat er geen huis op den Elsdonk was waar 'Fik de metser', want zo werd hij genoemd, geen karwei had gedaan. Logisch ook want 'de Fik' was een vakman zoals ze er nu geen meer maken.

 

Er kwamen ook een heleboel winkels bij in de nieuwe blokken die gezet werden op onze vroegere speelweides. Het was een gouden tijd voor de kleine zelfstandigen, supermarkten waren er nog niet, en de Elsdonkenaren gingen shoppen in hun buurtwinkels.

 

In 1970 kwam daar verandering in.


GB Center Molenveld. Aankondiging van de opening op 1 juli 1970. (GvA 1970-06-27)

Op de Prins Boudewijnlaan lagen nog verschillende open velden. Op een ervan liep een beek waar we in het voorjaar kikkerdril gingen vangen die we dan thuis in een emmer hielden tot er kikkervisjes uitkwamen.

De wei was omzoomd met knotwilgen. Op deze idyllische plek hadden 'De GB bedrijven divisie supermarkten' beslist om een gloednieuwe supermarkt te bouwen.

 

'GB-center Molenveld’ met een restaurant, Mr. GB.

 

'Het merkwaardigste restaurant van het land, het enige zelfbedieningsrestaurant waar u zonder ‘kompleksen’ zelfs uw directeur kan inviteren' stond er in de advertentie om het GB-center te promoten.

Mr. GB omvatte een coffeeshop, een take out en een zelfbedieningsrestaurant, zo werd er geschreven en het zou alle dagen open zijn van 7 tot 22 uur.

Zelfs op zon- en feestdagen!


Buiten de supermarkt, die twee uurtjes later openging en een uurtje vroeger sloot en waar in de beenhouwerijafdeling wel 146 verschillende vleessoorten werden verkocht, had je nog een 7-tal aanpalende winkels: verlichting Aladin, tapijten Almura, uurwerken-juwelen-optiek Boon, kapsalon Empire, Super Cleaner-Superwash GB en Schoenen Torfs waarvan mijn moeder wist dat de kwaliteit nog niet kon tippen aan het materiaal van schoenhandel Familia. Bovendien was er nog een postkantoor en een 'agentschap' van de 'Bank van Brussel'. Je kon er ook 319 auto's kwijt, dat was een pak meer dan op ons Kerkplein.

 

Een beenhouwerijafdeling met 146 verschillende vleessoorten, zoveel hadden de slagers van den Elsdonk er nog niet samen en dan nog een zelfbedieningsrestaurant, wat dat dan ook mocht zijn, en een winkel waar je zelf kon wassen en drogen in grote machines als in een echte wasserij.

 

Voor ons, kinderen, en ook voor de volwassenen was dit alles overweldigend.

In 't stad had je wel grootwarenhuizen als de Sarma en de Priba, die kenden we wel en in den Oude God was zelfs een Nopri. Maar een GB center in Edegem, dat hadden we nooit kunnen denken.

Optreden van de The Pebbles bij de opening van GB Center Molenveld. (Archief Herman Poppelaars)

Het werd geopend op 1 juli 1970 en dit ging gepaard met heel wat festiviteiten met als ‘special guest’ de uit Hoboken afkomstige popgroep 'The Pebbles' die erg populair was in die tijd. We stonden uren aan te schuiven voor een handtekening van hen, zo leek het toch. 's Avonds vond er een spectaculair vuurwerk plaats. Voor de winkel stonden allemaal ijzeren karretjes en daarmee moest je naar binnen rijden.

Ze waren gratis, je hoefde er zelfs geen geld in te steken. In de supermarkt mocht je zelf nemen wat je wilde en daarna moest je afrekenen aan een kassa zoals in de cinema. De kassières, kassiersters bestonden nog niet, hadden grijze schorten aan met op het borstzakje een rode bol waarop stond 'GB'.

GB Center Molenveld, dat is pas winkelen. (GvA 1970-08-14)

Het waren echte 'dametjes' want kassière was een eerbaar beroep. Af en toe hoorde je door de luidsprekers 'mevrouw Janssens, kassa vier, mevrouw Janssens' en dan kwam mevrouw Janssens aangehold, vermoedelijk om het een of ander probleem op te lossen. Ik denk dat mevrouw Janssens de 'chef de rayon' was want het was haar naam die je steeds hoorde roepen. Ze zag er ook als een echte chef uit, strenge blik, een brilletje op het topje van haar neus en een 'bouffant' kapsel zoals Jacky Kennedy, maar dat was het enige wat ze met deze ex First Lady gemeen had.

 

Het was een bijzondere ervaring voor ons en elke dag gingen we er wel iets kopen. Mijn moeder niet.

Kleine zelfstandigen kochten bij kleine zelfstandigen, dat was een erecode in dat wereldje. Ze stuurde dan steeds mijn vader op pad die niet altijd met het juiste naar huis kwam want de keuze was enorm.

 

Op een zondag, ik weet het nog goed, werd er besloten toch eens te gaan eten bij Mr. GB. De winkel werd, met pijn in mijn moeders hart, vroeger gesloten en we vertrokken met gans het gezin naar het nieuwe restaurant. Het gebouw had iets futuristisch en leek wat op een duikboot. De ingang had de vorm van een lachende mond en de ramen waren net patrijspoorten van een schip, maar dan veel groter.

Eens binnen was er op de rechterkant de coffeeshop, waar ook de take-out was gevestigd. Ik zag dat er mensen in verschillende compartimenten aan een toog zaten te eten. Links was het zelfbedieningsrestaurant, daar moesten we zijn. Bij het binnenkomen was een hele koelvitrine met de allerfijnste gerechten. Koude schoteltjes met aspergerolletjes, 'tomate crevette', meloen met gerookte ham, gekookte zalm en Russische eieren. Dat wist ik niet van dat Russisch. Mijn moeder vertelde het me en ik besloot daarvoor te gaan. Eieren uit Rusland, dat had ik nog nooit gegeten. We namen elk een grote houten plateau. 'Vergeet je bestek niet', zei mijn oudste zus, steeds pienter, en dit zeggende was ze al voorgekropen.

In de Mr GB kan je zelfs met je directeur gaan eten! (GvA 1970-09-22)

Nadat iedereen zijn keuze had gemaakt viel mijn oog op de heerlijke desserten die mij uitdagend aankeken. Coupes met chocolademousse, verse fruitsalade en potjes rijstpap met bruine suiker. Het water kwam me in de mond. 'Doorschuiven' zei mijn moeder, ‘voor het dessert komen we nog wel terug.’ 'Als er nog een gaatje is' zei mijn vader wijs, want hij wist dat onze ogen soms groter waren dan onze buik.

We moesten enkel nog wat hebben om te drinken. Mijn moeder vroeg dit aan de 'buffetdame'. 'Zelfbuffetdame' dacht ik grinnikend. 'Die mag je nemen aan de frisdrankenmachine' zei ze al wijzend op een toestel met verschillende hendeltjes waarop de logo's van de merken op te zien waren. ‘Je moet gewoon je glas tegen het klepje duwen en als je glas vol is het wegnemen.’ Inderdaad, zo gauw we de rand van het glas tegen het klepje duwden, begon er Cola uit te lopen. 'Op tijd stoppen hè' zei mijn moeder maar ik wou waar voor mijn geld en trok het pas terug wanneer de vloeistof de rand van het glas had bereikt.

We schoven door tot aan de kassa. De dame die de kassa bediende zag in een oogopslag wat we allemaal hadden genomen en ze tikte het stuk voor stuk in het toestel alsof ze een schrijfmachine bediende. Dit wekte toch wat argwaan bij mijn vader want toen hij het kassaticket kreeg keek hij het nog eens zorgvuldig na. ‘Je weet maar nooit’ zei hij. Mijn vader was altijd nauwkeurig.Terwijl vader nog bezig was met zijn boekhouding kozen we een tafeltje uit in de duikboot, op een strategische plaats van het dessertenbuffet. Het was heerlijk. Mijn moeder had voor elk van ons nog een portie fritten genomen, van die hele dunne. 'Pommes allumettes' zei ze. Daar hadden wij nog nooit van gehoord, maar mijn moeder deed alsof ze elke week die 'Pommes' at.


‘Wie wil er nog een dessert?’ vroeg mijn moeder, maar we waren meer dan voldaan.  ‘Ik wil nog wel een koffie’ zei mijn vader. ‘Voor mij dan een 'Irish Coffee' zei mijn moeder terwijl ze een sigaretje opstak. Onze culinaire kennis werd op die middag met de minuut vergroot want van al die vreemde namen hadden wij nog nooit gehoord. ‘Dat is koffie met whisky en slagroom’ legde mijn moeder uit. Terwijl mijn ouders genoten van het afsluiten van de maaltijd begonnen wij, de kinderen, al wat zenuwachtig op onze stoelen te schuiven. Een half uurtje later verlieten we het restaurant. 'Volgende keer neem ik mosselen' zei mijn moeder, haar aversie tegen het hele complex loslatend, 'en wij een dessert' riepen mijn zussen en ik in koor. Voldaan keerden we terug naar huis.

 

Het gebouw heeft in al die jaren heel wat metamorfoses ondergaan. Nu lijken het wel twee bunkers en ik zie weinig 'Hut' of 'Garden' hoewel de eettenten die er nu zijn er wel naar refereren.

Helaas is de duikboot van toen verdwenen.

 

Joris Van der Mueren

184 weergaven
bottom of page