top of page
Foto van schrijverPeter Crombecq

Voetbalclub Belgica gaat naar eerste klasse, droom of werkelijkheid?

Bijgewerkt op: 26 apr.



“Na een drietal minuten is het reeds roos langs Kamiel Hellemans. De lokalen zijn flink bij shot en spoedig zorgt Grégoire Hellemans voor twee nieuwe punten, telkens op voorzet van zijn broeder Arthur Hellemans. Aan de 22e minuut is het reeds 4-0 langs Flor Luyten. Even later zorgt deze laatste voor een vijfde punt. Eindelijk bekomen de Walen een tegenpunt, bezorgd door Petit die een hoekschop binnenkopte. Met 5-1 wordt gekeerd. De tweede helft is weinig belangrijk. Belgica leeft op zijn voorsprong en de Walen zijn lijk ontmoedigd. Aan de 11e minuut brengt Grégoire Hellemans den stand op 6-1. Vóór het einde kan Wauters nog doelen op vrijschop, zodat de eindstand 6-2 wordt.

Belgica won meer dan verdiend en wordt kampioen.

Proficiat voor de mannen van Edegem!”[i]


Belgica Edegem kampioen, in eerste klasse, dat zal wel een tekst zijn gegenereerd door een fantasierijke artificiële intelligentietool zoals ChatGPT met een fantasieloze keuze voor de achternamen.

Of toch niet?


F.C. Belgica kampioen… echt?


F.C. Belgica heeft een heel bijzondere geschiedenis. De club werd 115 jaar geleden opgericht op 8 juni 1908 in ‘Café de la Station’ tegenover Edeghem statie, nu hoek Hovestraat - Boniverlei.


Figuur 1: Edeghem statie (foto Jos Bavais, 27 juni 1886)

In 1910 sloot de club aan bij de Belgische voetbalcompetitie en kreeg stamnummer 375. In de jaren voor de eerste oorlog organiseerde de club zich, zocht een terrein om te oefenen en inkomsten om spelerskledij, voetbalgerief, de huur van het terrein en de verplaatsingen te kunnen betalen.

Maar tussen de twee oorlogen gebeurde het onwaarschijnlijke.

F.C. Belgica kampioen… echt!


Belgica werd in het eerste jaar van de heropstart van de voetbalcompetitie (1925-1926) onmiddellijk kampioen in 3deProvinciaal. Drie seizoenen later (1928-1929) speelden ze opnieuw kampioen in 2de Provinciaal en promoveerden naar Bevordering B. Ook die afdeling is een maatje te klein voor de Grotjongens en als kampioen bevorderden ze naar de nationale ‘Eerste Afdeeling’[ii].


Tekst van Leopols Severens

Ongetwijfeld zal het toenmalige strijdlied van Belgica de spelers hebben aangevuurd tot het presteren van een nog onmogelijkere opdracht: promotie naar ’s lands hoogste voetbalklasse, de ‘Eere Afdeeling’.


Het is zondag 21 mei 1933. Belgica Edegem speelt tegen Tilleur om de titel in de ‘Eerste Afdeeling’.


Uit De Nieuwe Gazet van maandag 22 mei 1933[iii]:

Na 3 minuten opent August Hellemans naar zijn broeder Camiel die voor doel plaatst, waar Louveau den bal in eigen doel doet gaan! Tilleur wil zich verzetten, maar voor doel wordt geknoeid, terwijl na 8 minuten Gregoor Hellemans een prachtcenter van Arthur Hellemans overneemt en onhoudbaar in den hoek kegelt! … Na 21 minuten zet Gregoor Hellemans een mooien pas van August Hellemans van nabij om; 4 minuten later drijft de linksbinnen weer door en, na een botsing met back Peremans, zet hij aan Luyten voor die Cremers geen kans geeft. … Na 30 minuten centert Gregoor Hellemans van links naar rechts en met een keihard schot kogelt Luyten den bal in het net! …

Na de rust komt verdeeld spel en langs weerskanten wordt een corner toegestaan. Met de 8e minuut vlucht Arthur Hellemans weer langs de lijn; wel wordt zijn center weer afgeslagen, maar Gregoor Hellemans is er als de kippen bij en scoort met een prachtig schot, Nummer 6! ...

Belgica wint de match en den titel.


Figuur 2: v.l.n.r staand Frans Van Gysel, Tuur Hellemans, Frans Van Weert, Kamiel, Goer en Gust Hellemans, Flor Luyten, Frans Schmitt; geknield Fons Hellemans, Fernand Défossés, Roger Notéris, Frans De Mondt, Felix Van Criekinge, Armand Verbeeck en Emile Nauwelaerts (bron: HAEE, archief Albert Verbeeck, inventaris nummer FCB_18-4)

De match eindigde dus op 6-2 voor Belgica, de ploeg werd kampioen in ‘Eerste Afdeeling’ en promoveerde naar de ‘Eere Afdeeling’, de hoogste Belgische voetbalklasse. Je kan het nauwelijks geloven maar de Grotjongens van het boerendorpje Edegem gaan in het daaropvolgende seizoen spelen tegen kampioenenploegen zoals Beerschot en Antwerp, Union, Standard Luik, Cercle Brugge en andere grote ploegen vandaag nog altijd actief in de hoogste klasse.

Het stadion waarin ze speelden was gelegen op de Henri Dunantlaan:


Figuur 3: Het Belgica stadion zoals het was in 1924 (op een luchtfoto van 1948) en 100 jaar later: "de Henri Dunant straat loopt dus over de doelen en de middencirkel" (citaat en afbeeldingen: Erik Laforce)

De Belgica-tribune tijdens de glorieperiode (foto: Guy Van Weert, zoon van Belgica-icoon Frans)

Ze beëindigen het seizoen 1933-1934 op een eervolle 12de plaats maar verlaten twee jaar later de ‘Eere Afdeling’ om nooit meer terug te keren. Het was dan ook een door iedereen onmogelijk gewaande stunt. De nakomelingen van het historische elftal kunnen terecht nog altijd fier zijn op hun vaders en grootvaders (zoals Guy Van Weert op zijn vader Frans, bij Belgica een doelpuntenkanon). Markante figuren die de club groot gemaakt hebben waren Jos De Ryck, de eerste voorzitter van Belgica en Frans Van Gijsel, de eerste secretaris en later voorzitter van 1940 tot 1961.

Maar de markantste is misschien toch wel Albert Verbeeck, geboren op 26 april 1918 te Berchem. Albert ‘den Bere’ was een jonge snaak toen hij bij de ploeg kwam en werd jarenlang een vaste pion in de eerste ploeg van F.C. Belgica. Als gemeenteraadslid was hij in 1966, samen met Leo Tindemans, de bezieler van de fusie met Edegem Sport (geel-zwart) naar F.C. Belgica Edegem Sport (zwart-wit). Na enkele succesvolle jaren werd in 1974, t.g.v. bestuursperikelen, terug een rood-groene F.C. Belgica club opgericht , maar dan in het toenmalige Katholieke Sportverbond.

Op de website van F.C. Belgica: “Albert Verbeeck was een attractieve, geniale, ijvervolle en door de tegenstanders gevreesde speler van den Belgica en dit van het seizoen 1935-1936 af, toen het fanionelftal met een vijfde plaats in de eindrangschikking van eerste afdeling nog altijd furore maakte. Na zijn spelersactiviteit die 33 jaar duurde, dus tot 1968, bleef hij zijn club steeds trouw, vervulde allerlei bestuursfuncties en was van 1974 tot aan zijn overlijden in 1996 voorzitter van de vereniging.”[iv]

Dit artikel werd geïnspireerd door het Belgica-archief van Albert Verbeeck[v].



Figuur 4: Viering 50-jarig bestaan in 1958 met de oude glories; vlnr staande: Frans Van Gijsel, Roger Noteris, Jul Hellemans, Armand Verbeeck, Rene Sels, Fernand Defossés; geknield: Frans Van Weert, Flor Luyten, Gust Hellemans, Goer Hellemans, Kamiel Hellemans (foto uit De Zonneblusser[vi])

Wat maakte het dorpsploegje zo succesvol? Ongetwijfeld de goede omkadering waardoor de ploeg zich kon ontwikkelen, maar vooral toch de kwaliteit van de spelers natuurlijk.


En dan is er nog één opvallend kenmerk: de helft van de ploeg noemde Hellemans.


‘De stam der Hellemans’


Figuur 5: Eere Afdeling, 24 september 1933, Racing Club Bruxelles - Belgica Edegem: 1-6[vii] (bron illustratie: HAEE, archief Albert Verbeeck, inventaris nummer FCB_02_p196_372)

De Hellemansen speelden al sinds 1924 in ‘den Belgica’ en het waren er zes: August (Gust), Alfons (Fons), Kamiel, Grégoire (Goer), Jules (Jul) en Arthur (Tuur). Gedurende de daaropvolgende 10 jaar speelden er gemiddeld 5 Hellemansen bijna elke wedstrijd mee.


In seizoen 1929-1930 werden ze alle zes ingezet. In een tijd waar de ploegen werden samengesteld uit een doelman, 2 verdedigers, 3 middenvelders en 5 aanvallers was de spektakelwaarde natuurlijk heel hoog. En ze maakten ongelooflijk veel goals. Zoals in het seizoen 1928-1929 waar de Hellemansen samen 130 doelpunten scoorden.


Uit het archief van Albert Verbeeck:

  • Kamiel was de oudste en werd ondanks zijn pekzwart haar om onbekende reden ‘de Witte’ genoemd. Op aangeven van Frans Van Weert kopte Kamiel gewoon alles binnen. En het was de jonge Albert Verbeeck die het ‘valiesken’ van Kamiel mocht dragen. Frans was overigens ook een formidabele goalgetter.

  • Goer, was de man met het formidabele shot. De medespeler waarvan het meeste ontzag uitging. De morele leider van den Belgica. Anekdote: toen hij samen met Frans Van Weert totaal onverwachts uit de ploeg werd gewipt en met de reserves moest spelen, beloofden ze elkaar in de eerstvolgende match de tegenstrever te verpletteren. En dat deden ze ook met 10-0. Ze maakten beide alle goals. De week daarop stonden ze terug in de eerste ploeg 😉.

  • Gust was de aanvoerder van de ploeg, technisch bedreven, tactisch begaafd. Hij werd in het seizoen 1930-1931 geselecteerd voor de nationale ploeg en scoorde onder meer tegen Portugal en Polen.

  • Jul en Fons speelden op het middenveld en bedienden Tuur, Kamiel, Goer en Gust die aanvallers waren. Hun passen werden heel dikwijls met een goal afgerond.

  • Tuur blonk uit door zijn snelheid, op z’n Edegems gezegd: “den Tuure was ne caoutjoewe”, aalvlug en acrobaat op het veld. Leermeester en balgoochelaar Flor Luyten, ook al een goalgetter, gaf aan de kwikzilveren Tuur de gouden passen waaruit tientallen goals volgden. Hij was de Belgica benjamin.

Maar samen met de Hellemansgenen verdwenen ook de kampioenstitels.

Waren de 6 Hellemansen broers, zoals wel al eens in de pers werd gezegd?

Neen dus, maar 5 van hen hebben wel een bijzondere genealogische band.


Genealogie van de Hellemansen


Vijf van de zes Hellemansen stammen af van een grote Edegemse dynastie die teruggaat tot de 18de eeuw. Toen werd hun, uit Kontich afkomstige betovergrootvader Cornelius Hellemans, burgemeester van Edegem (1793 tot 1795). Onder Frans bewind werd hij nog hoofd van de gemeente tot aan zijn dood in 1801.

Cornelius had een uitgebreid nageslacht waaronder Petrus Joannes Cornelius, die trouwde met Maria Theresia Mortelmans, de grootouders van Gust, Goer, Jul, Kamiel en Fons. Het gezin woonde in de Boerenlegerhoeve tegenover het Kasteel Arendsnest en verhuisde later naar de Grote Buizegemhoeve (één van de gebouwen staat er nog altijd, het geelgeschilderde huis op de hoek van de Buizegemlei en Rotenaard).



Zoon Gregorius Victor Augustus Hellemans, landbouwer, trouwde met Leonia Van Put en zij bleven wonen in de ouderlijke woning te Buizegem. Zij zijn de ouders van Jul en Fons.

Zoon Carolus Josephus Hellemans, ook landbouwer, trouwde met de zus van Leonia, Victoria Maria Van Put. Zij zijn de ouders van Kamiel, Goer en Gust. De bijnaam van Victoria Maria in Edegem was ‘Klompke Goud’[viii], en we weten nu waarom. Ze woonden in ‘Hoeve Ter Borcht’ aan de Molenstraat 75, de ouderlijke woonst van de Van Puts, een hoeve die gelegen was op het kruispunt van de Ter Borchtlaan en de Ten Boschstraat. De twee zussen stammen ook af van een roemrijk Edegems/Kontichs ‘Van Put’-geslacht. Hun ouders waren Benedictus Van Put en Maria Catharina Mortelmans.

Twee broers trouwden met twee zussen, met andere woorden, de 5 Hellemans-kinderen hebben wel een heel gelijkaardige genenpool, met waarschijnlijk een flinke portie voetbalgenen 😉. Ook zus Aloysia Maria Hellemans trouwde met Constantinus Van Put van dezelfde familie zodat beide families wel erg nauw met elkaar verweven waren. En of het niet genoeg is, beide families hebben minstens 1 paar voorouders gemeenschappelijk: de Kontichse familie Petrus Van Put en Elisabeth Van Camp[ix]. Ook de grootmoeders Maria Theresia en Maria Catharina Mortelmans hebben beide Boechoutse roots.


Tuur Hellemans stamde niet af van de Edegemse tak maar van een niet gelieerde Kontichse dynastie.


Tuur was wel verwant met Theodorus Hellemans, klerk en actief in de Edegemse gemeenschap onder meer als voorzitter van de ‘Edegemsche Veloclub’. Theodoor bouwde voor zijn gehandicapte dochter Villa Hilda in de Hovestraat, een huis dat er nu nog altijd staat[x].


F.C. Belgica… wat een club, wat een verhaal…


De club ‘Belgica’ kent zijn oorsprong 115 jaar geleden, de huidige vereniging viert in 2024 zijn 50-jarig bestaan en in 2033 zal het 100 jaar geleden zijn dat ‘Belgica’ de allerhoogste regionen van het Belgische voetbal bereikte.


Het was een eer om over de club te kunnen schrijven.


Peter Crombecq, augustus 2023


Met dank aan Erik Laforce, Raymond Verbeeck, Guy Van Weert, Maurits Lierman, Luc Van Asch, … en vooral wijlen Albert Verbeeck wiens archief onontbeerlijk was.


Willy Swiggers heeft in De Zonneblusser een uitgebreid artikel geschreven over de geschiedenis van den Belgica: ‘K.F.C. Belgica, destijds de voetbaltrots van Edegem’[xi].


De rijke geschiedenis van F.C. Belgica is online te vinden op ‘Belgica van 1908 tot 2010’, Wikipedia, Edegem 850 en op de huidige website van F.C. Belgica.

Het F.C. Belgica logo is een ontwerp van Raymond Verbeeck, zoon van Albert en vanzelfsprekend een oud-speler.



 

Eindnoten

[i] KBR, Sportwereld, 22 mei 1933, “Belgica is kampioen van Eerste Afdeeling”, te raadplegen op https://uurl.kbr.be/1419264 [ii] KBR, De Schelde, 12 mei 1930: "Belgica speelt volgend seizoen in eerste divisie", te raadplegen op https://uurl.kbr.be/1412526 [iii] KBR, De Nieuwe Gazet, 22 mei 1933, "F.C. Belgica van Edegem is kampioen van de eerste Divisie", te raadplegen op https://uurl.kbr.be/1818805; [iv] Website F.C. Belgica, Belgica van 1908 tot 2010, te raadplegen op http://www.FCbelgica.com/?oid=197&pid=20265 [v] HAEE, Archief Albert Verbeeck. [vi] Kring voor Heemkunde Edegem, De Zonneblusser, ‘K.F.C. Belgica, destijds de voetbaltrots van Edegem’, jaargang 22, nummer 2 april-juni, p. 16. [vii] KBR, La Libre Belgique, 25 september 1933, te vinden op https://uurl.kbr.be/1492987 [viii] HAEE, Bevolkingsregisters, Transcriptie Rik Bruloot, Doos 1022. [ix] Crombecq Peter, Curieuze verhalen, “Hellemans, een naam die in Edegem klinkt als een huis”, te vinden op https://www.historischarchiefedegem.be/post/hellemans-een-naam-die-in-edegem-klinkt-als-een-huis [x] Ibidem [xi] Kring voor Heemkunde Edegem, De Zonneblusser, ‘K.F.C. Belgica, destijds de voetbaltrots van Edegem’, jaargang 22, nummer 2 april-juni, p. 2-16.

512 weergaven

Comments


bottom of page