In 2008 trad de Kring voor Heemkunde van Edegem in het digitale tijdperk. De Kring deed een oproep aan amateurfotografen om toe te treden. Maar liefst zeven mensen kwamen de kring vervoegen. Onder hen: Bob Pilaet. Na verloop van tijd trokken de meesten zich terug; maar Bob bleef.
Hij bleef niet alleen maar maakte zich direct erg nuttig. Al in 2009 werd hij verkozen tot raadslid in het bestuur van de Kring. Hij zal dat blijven tot in 2014. In de tussentijd schreef hij verhalen voor het tijdschrift ‘De Zonneblusser’. In 2010 schreef hij een artikel over ‘Radio Kerkske’, ooit een populaire zender toen er nog geen TV was. Daarna schreef hij het verhaal over het geheimzinnige Franse ‘Rennes le Château’, dat in drie delen werd gepubliceerd. Maar voornamelijk was de fotografie zijn hobby. Hij zocht oude postkaarten van Edegem op en maakte opnames vanuit dezelfde standplaats als de fotograaf 70 of 80 jaar geleden. Hij toonde ons op die manier hoe Edegem was geëvolueerd van boerendorp tot een residentiële gemeente. Hij vatte ook het plan op om alle straten van Edegem te fotograferen. Hij is daar daadwerkelijk ook mee begonnen. Ik weet niet of hij heeft kunnen afmaken. En we kunnen het hem niet meer vragen.
In 2014 richtte de gemeente de ‘Erfgoedcel Edegem’ op. Daarin zetelden verschillende verenigingen zoals de heemkundige kring, de Historische Gidsen en het Historisch Archief van Edegem. Daarin ontstond de afdeling ‘Onroerend Erfgoed’ waarvan Bob de leiding op zich nam. Hier zat Bob op zijn plaats, want hij was sterk begaan met ons erfgoed. Hij interviewde verschillende eigenaars en fotografeerde zoveel mogelijk hun historische villa’s. Onder hen de villa Laura op het pleintje, en de vroegere woning van Pierre Boniver in de Boniverlei.
Bob was zo begaan met de architectuur dat hij er ook tijdens zijn vakanties mee bezig was. Elk jaar brachten hij en zijn echtgenote hun vakanties door in Blankenberge. Wie hem daar een bezoek bracht werd getrakteerd op een rondleiding van de Belle Epoque woningen in de badstad. Je kon daar niet aan ontsnappen.
Bob was een diplomaat en wist dingen voor elkaar te krijgen die wij niet konden. Zo mocht hij als enige binnenhuisopnamen maken van het Hof Ter Linden. Hij kreeg er van de erfgenamen de toelating voor. Zo kon hij opnames maken van verschillende schilderijen die er nu niet meer hangen. Linda De Keuster maakte er goed gebruik van in haar kunstboek over het Hof Ter Linden.
Bob liet zich door niets tegenhouden als hij zijn zinnen op iets zette. Het café ‘De Volkslust’ sloot zijn deuren. We waren te laat om het interieur te fotograferen. Maar Bob ging kijken, vond een deur die niet op slot zat en … nu hebben we de foto’s in het archief.
Ook wist hij het gedaan te krijgen van de eigenaar van Villa Laura om het cijnsboek van het Hof Ter Linden aan het archief te schenken. Als u weet dat dit boek in de 17de eeuw aanvangt met het noteren van de huurgelden van huizen, boerderijen en akkers, dan zegt dat genoeg over de waarde van dat stukje erfgoed.
In 2014 kwamen er ook grote veranderingen in de structuur van ons verenigingsleven. Behalve de stichting van een erfgoedcel, ontstond ook het Historisch Archief van Edegem. Het archief van de heemkundige kring werd toen overgedragen aan de gemeente Edegem. Het werd het HAEE en Bob hielp mee met de verhuis en de reorganisatie. We kunnen ons dat archief niet voorstellen zonder Bob en zijn alomtegenwoordige camera.
Bob digitaliseerde heel wat gemeentelijke archieven. Dat vroeg veel tijd en concentratie. Hierdoor werkte hij veelal helemaal alleen, soms zelfs in een apart lokaal. Nooit klaagde hij daarover. Maar als hij in de gemeenschap werkte dan merkte je dadelijk dat hij een humorist was en een levensgenieter. We waarderen hem als een voortreffelijk fotograaf die sterk begaan was met het architecturaal erfgoed van ons Edegem. Vijf jaar geleden vroeg het Vlaams Instituut van Onroerend Erfgoed onze hulp in. Ze beschikten over een goede driehonderd oude foto’s van opmerkelijke gebouwen in Edegem. Ze vroegen ons om na te gaan of ze er nog stonden en om er nieuwe foto’s van te maken. Dat was voorwaar geen klein bier, maar Bob ging met twee andere fotografen van het archief op pad. Het VIOE kreeg een mooi en volledig afgewerkt dossier over de toestand van die gebouwen.
De laatste grote taak die Bob tot een goed einde bracht was het scannen en fotograferen van de vier Guldenboeken van de gemeente. Alles samen zo een vijfhonderd pagina’s. Dat moest ter plaatse in het gemeentehuis gebeuren, want de boeken mochten voor de veiligheid niet worden verplaatst. In het gemeentehuis kregen we een kantoortje dat al enige tijd niet meer in gebruik was. Het lokaal was eigenlijk wat te klein. Bovendien stond er in de nabijheid van het venster een paal. Die wierp een schaduw over de rest van de ruimte waardoor de belichting van het te fotograferen materiaal een probleem vormde. De enige mogelijke oplossing was de camera met statief bovenop de tafel te plaatsen en de guldenboeken op de grond te leggen. We zaten dan op de grond naast de boeken om de pagina’s om te draaien na elke opname. Op de grond gaan zitten was voor ons oudjes geen probleem. Nadien rechtkomen was er wél een.
We hebben er drie volle dagen aan gewerkt.
In het archief werken we van 14 tot 16 uur. We bergen dan alles op en gaan gezamenlijk rond de tafel zitten praten tot 17 uur; want het sociale leven is belangrijk voor ons. Nu staat er bij ons in de refter een koffiemachine. Met een druk op de knop kies je uit een hele reeks koffies van een gewone kop tot een cappuccino of een latte Macchiato. Maar Bob vond dat die koffies echt niet om te drinken waren. Sindsdien drinkt iedereen, uitgezonderd ondergetekende, in ons archief chocomelk. De traditie wil dat de eerste van ons die vrij is naar de automaat stapt en 10 koppen chocolademelk en één tas koffie tapt. Vanaf nu zullen het er nog maar negen zijn.
Onder het genot van die zoete drank wisselen we dan onze verhalen uit. Bob voerde zelden het hoge woord; hij zat eerder aan de luisterende kant van de verhalen. Maar de laatste keer dat hij bij ons was zat hij op zijn praatstoel. Het was zo precies of hij had er een voorgevoel van. Hij vertelde ons vol enthousiasme over zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn familie ...
Bob! Je was een goede vriend, een rustig man waarop je kon rekenen. Het boek van je leven is geschreven. Je laat in ons archief een lege stoel achter. Maar jouw werk blijft doorleven. Jij zorgde er mee voor dat onderzoekers onze archieven kunnen raadplegen. Je verrichtte een reuzenwerk dat nooit zal verloren gaan. Je was ieders vriend; er viel nooit een hard woord.
We zullen je missen.
Comments