top of page
Foto van schrijverPeter Crombecq

Het onwaarschijnlijke voorouderlijke verhaal van Anthoon & Felix (deel 1)

Bijgewerkt op: 22 aug.

Bierwagen van brouwerij Hermans-Herremans aan de basiliek (collectie Frank Coolen; bewerkt met MyHeritage)

Dit verhaal herbeleeft een deeltje van het post- en brouwverleden van Edegem en illustreert de onverwachte en toevallige verwevenheid van Edegemse families.

En er is de Zero Club, opgericht voor het drinken van Zerobier, waar je flink Tipsy van werd.

 

Het verhaal bevat 3 cursieve passages die zich situeren in het verleden. Die zijn gebaseerd op historisch correcte gegevens[i], maar de beschrijving van de gebeurtenis is verzonnen. Zoals deze eerste.

 

Woensdag 23 augustus 1933.

Mon Schoeters zag met veel plezier naar de hoek in zijn café waar de Zero Club ‘vergaderde’. Met 6 waren ze. Jos en Sus Herremans zonen van brouwer Alfons Jan Herremans van brouwerij De Duif, Gust De Herdt, schrijnwerker (en onze toekomstige koster, alleen weet hij het nog niet) en broer van de zusters De Herdt van het winkeltje aan de Sint-Antoniuskerk, Mil Peeters, bankbediende, Rob Van Oudheusden diamantslijper en Mon Colen bureelbediende, het lief van Robs zus. Stevige boemelaars. Dat betekent minstens 36 pinten tappen. Zerobier. Vandaar de Zero Club. Hij was zeer tevreden over het reglement van die club. Voor 12 uur ’s nachts moesten ze elk minstens 6 Zero’s drinken. Of er moest een frank in de strafpot, om er later Zero’s van te kunnen kopen. Als er iemand onwettig afwezig was: 5 frank in de strafpot. En zijn café Tijl is ‘verkozen tot de hoofdzetel der club bij algemeenheid van stemmen’. Meer moest dat niet zijn.

En aan sfeer was er geen gebrek, Belgica was juist kampioen geworden en de brouwerij had speciaal een feestbier gebrouwen: Dubbele Zero, wat de sfeer - en de omzet - verdubbelde, glimlachte Mon, en hij pinkte naar zijn vrouw Jeanne Borms[ii].

 

Ledenlijst met handtekening van de Zero Club, bewaard in het HAEE[iii].

Bakkerij Hermans in Waarloos en brouwerij Hermans in Mortsel

 

Pieter Jan Hermans had met zijn vrouw Carolina Diels een bakkerij en een winkeltje in Waarloos, niet zover van brouwerij Maes. Ze kregen samen 10 kinderen, 5 dochters en 5 zonen. Pieter Jan was een begenadigd duivenmelker en die passie gaf hij  ook door aan zijn zonen.

De nabije brouwerij werkte inspirerend. De oudste broers Jan en Jef riskeerden een overstapje naar de brouwerswereld en openden in 1898 hun eigen brouwerij Brasserie Hermans Frères in Waarloos (foto collectie Frank Coolen). 



In 1901 leerde Jan de Mortselse Alida Voets kennen, wat de aanleiding was om met hebben en houden, en ook de brouwerij, te verhuizen naar Mortsel. Samen met zijn broer Jef. Brasserie Hermans in Mortsel was een feit. Jef zou nog burgemeester van Mortsel worden tussen 1925 en 1938. Hij werd geëerd met een straat: de Jozef Hermanslei in Mortsel. Waar de Mortselse Hermansen ook heel bekend mee werden was de duivensport. Ze kweekten talrijke prijsbeesten zoals Goudklompje, Zot, Boot, Manke Vale en de fenomenale ZB44 ofte Zoon Boot 1944, lezen we in de gespecialiseerde pers[iv]. De brouwerij verdween uiteindelijk, maar twee achterkleinkinderen van Jan Hermans, Joey en Marc Hermans, zullen opnieuw een klassieker van de brouwerij laten herleven: Tipsy & Tipsy gold.


Brouwerij De Duif alias Hermans-Herremans

 

Hun andere broer, Eduard, leerde beenhouwersdochter Jeanne Herremans kennen, trouwde in 1898 en bleef in de bakkerij werken in Waarloos.

Jeanne Herremans had een broer, brouwer Jan Alfons, die werd verliefd op Bertha Hermans, een zus van Eduard. Zij trouwden in 1909. De twee koppels konden het zo goed met elkaar vinden dat de schoonbroers Eduard Hermans en Jan Alfons Herremans samen een brouwerij oprichtten, Brouwerij Prins Albert op de Liersesteenweg 340 in Mortsel. Het werd geen succes, het grondwater was zodanig slecht dat het bier niet te drinken was, niet echt de bedoeling.

Zij lieten in 1912 hun oog vallen op een onbebouwd perceel in de Doelveldstraat, bouwden er 2 huizen en een brouwerij op en verhuisden er naartoe. De huizen staan er vandaag nog: Doelveldstraat 47 en 49.

 

Links: de 2 huizen van de gezinnen Hermans-Herremans en Herremans-Hermans met achteraan de brouwerij aan de Doelveldstraat; rechts: een luchtfoto van het complex.

Einde 1912 werd er voor het eerst gebrouwen in Brouwerij De Duif, onder meer Burgers Pils en later het zwaardere Zerobier. De naam van de brouwerij verwijst naar de familiale hobby van de Hermansen. Brouwerij De Duif werd in de volksmond ook Brouwerij Hermans-Herremans genoemd met als logo H&H.

 

Kaartspel en glazen van Hermans & Herremans (collectie Frank Coolen; bewerkt met MyHeritage)

De brouwersfamilie Hermans kochten gronden in Edegem, zoals de grond op de hoek van de Doelveldstraat en de Hovestraat (waar door latere eigenaars Café Prins Albert werd gebouwd) en een groot perceel aan de Onafhankelijkheidsstraat en de Geheime Weg (waarop 8 huizen werden neergezet).

 

Links: 4 huizen met gevel aan de Onafhankelijkheidsstraat en de ingang van De Geheime Weg (wie kent die nog) waarlangs je aan de achterste 4 huizen komt. Rechts: een luchtfoto van het perceel (geel) aan De Geheime Weg (oranje).

De Herremansen hadden ook een eigendom aan de Hovestraat 101 dat, samen met het Meihof en 4 andere buurhuizen, door een V2 op 19 februari 1945 werd vernietigd[v].

 

Schade veroorzaakt door een V2 met vooraan links het vernielde Meihof, kijkend op de 5 huizen die werden beschadigd of vernietigd waaronder een van Herremans (bron: Erik Laforce)

Belgica kampioen, met steun van de brouwerij

 

De reserveploeg van Belgica, ‘ de collossen’, wonnen alle matchen van het seizoen 1929-1930, onder meer door voor de match de arbiter met enkele Zero’s te trakteren, waardoor de brave man ‘de tel’ kwijt was. Ja, dan is het gemakkelijk hé 😄 (HAEE, Belgica archief).

 

Woensdag 23 augustus 1933.

Jos Herremans was blij dat hij zijn kameraden van de Zero Club nog eens zou zien. ‘Vergaderen’ in den Tijl, meer moest dat niet zijn. En het was een bijzondere gelegenheid, zijn stamploeg Belgica was vorige zondag gevierd als kampioen en promoveerde naar de hoogste nationale divisie[vi]. Volgend seizoen zouden ze spelen tegen ploegen zoals Union, Beerschot, Antwerp en Standard. Ongelofelijk voor een boerendorp als Edegem. Enfin, hij had, samen met zijn broer Sus, van de brouwerij wat vaten Dubbele Zero meegepikt voor de Mon, cafébaas van den Tijl. Hun vader zou het wel begrijpen 😉. Ze zouden vanavond hun driemaandelijks kampioenschapje houden met een ‘ziftingsreeks’ en een ‘groote finale’. Zo stond het in het reglement van de Zero Club. Als neutraal jurylid zouden ze Jeanne Borms vragen, de cafébazin. Die kon hij omkopen met een vat Zero (grapje).

Het reglement voor het kampioenschap is heel simpel:

1.    hunne pint ledigen tot op den bodem;

2.    zorgen dat zij niets nevens hunnen mond gieten (hij die morst, wordt gedeklasseerd);

3.    degene die het eerst zijn pint ledigt en terug op tafel zet is winner;

4.    de winner wordt door de jury aangeduid en tegen de beslissing van de jury is geen beroep mogelijk[vii].

Vanavond gaan we er, met het godenvocht Dubbele Zero, een flinke kampioenenlap op geven. En mogelijk den Tijl een beetje tipsy verlaten.

 

Jos en Sus, medeoprichters van de Zero Club, waren zonen van Alfons Jan Herremans, geboren respectievelijk in 1911 te Mortsel en 1912 in Edegem. Het stamlokaal van de Zero Club was "Vlaamsch Huis Tijl" op de hoek van de Doelveldstraat en de Hovestraat waar vroeger Den Akkerman was, over café Prins Albert.

 

Na het overlijden van hun vader in 1945 en hun nonkel Eduard Hermans in 1954 namen zij het bestuur van de brouwerij over. Ze brouwden er tot 1958, toen lieten ze de brouwerij over aan Brasserie Léopold uit Brussel.  In 1962 werden de gebouwen verkocht.  Het Edegemse brouwersavontuur van Hermans-Herremans was voorbij.

 

Jos Herremans

1958. Jos Herremans sloot als laatste de deur van de brouwerij. Die was verkocht, ze konden niet meer op tegen de grote industriële brouwerijen. Hij keek nog eens naar de houten bakken op de koer, er zaten nog lege flesjes Zero in.

Zero, een vat vol goede herinneringen. De Zero Club. En dan vooral het legendarische kampioenschap na de kampioenenviering van den Belgica in 1933.

Achteraf gezien was die club niets anders dan het perfecte excuus om veel pinten te pakken. Met de kameraden. Zijn vrouw, Gaby, weet er nog wel van, maar aan de kinderen hebben we dat nooit verteld. En zijn kleinkinderen zeker niet. Voor hen wil ik de wijze opa zijn, het grote voorbeeld.

Laat de Zero Club maar wegglijden in de plooien van de geschiedenis.

 

Verkeerd Jos, de Zero Club werd Edegems erfgoed.

Je kleindochter zal zich een breuk lachen met het ‘reglement’ en de ‘vergaderingen’ van haar opa.

 

Maar er gebeurde nog iets …

 

Jos Herremans trouwde met Gaby Somers. Jos en Gaby waren goed bevriend met Jules Busschop, een Edegemse onderwijzer, en Maria Anthonis, ook iemand die heel bekend is. De echtparen kaartten elke zondag en gingen jarenlang in juli op verlof naar het Luxemburgse Esch-sur-Sûre.

 

Maar wat heeft dit allemaal te maken met Anthoon en Felix?

Iets met legendarische boerderijen, de allereerste post, een bekende leraar en een historisch zangkoor?

Dat geheim wordt ontsluierd in deel 2.

 

Peter Crombecq, februari 2024.

Het verhaal is vooral gebaseerd op gemeenschappelijk onderzoek van Frank Coolen, Erik Laforce en mezelf. Met veel dank aan de familie Coolen-Herremans voor het idee, hun verhalen en hun archief.

 

Dit verhaal is een bijdrage aan “Edegem’s verleden, bewaard voor de toekomst” van het Historisch Archief Edegem. Het Historisch Archief is toegewijd aan het behoud van het papieren en digitale geheugen van Edegem. Door het verzamelen, inventariseren en digitaliseren van documenten, boeken, foto’s, tijdschriften, plannen en meer, zorgt het Historisch Archief ervoor dat de geschiedenis van Edegem bewaard blijft voor toekomstige generaties.

 

Disclaimer

Het verhaal is gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kunnen aanvullen, nuanceren of aanleiding kunnen geven tot aangepaste inzichten.



 

Bijlage: het authentieke reglement van de Zero Club, bewaard in het HAEE

 




 

Referenties


[i] De belangrijkste bronnen zijn de akten van de burgerlijke stand, de bevolkingsregisters, het kadaster en het archief van de familie Coolen-Herremans.

[ii] Jaak Cousyns, “Fiches Cafés”, bewaard door HAEE.

[iii] HAEE, “Plechtige herinrichting van ‘Zero Club’ te Edegem”, te vinden via referentie https://archief.edegem.be/index.php/zero-club-documenten-van

[iv] Maarten & Michel Bommerez, “Jos Hermans, Luithagen”, te raadplegen via http://www.columbusloft.be/columbus/index.php/kwekenalsdemeesters/82-jos-hermans-luithagen

[v] Erik Laforce, “Clément Segers en het MEIHOF”, (Edegem: eigen uitgave, december 2023), te raadplegen via het Historische Archief https://archief.edegem.be/index.php/erik-laforce-clement-segers-en-het-meihof-2023

[vi] Het Nieuws Van Den Dag, 16 juli 1933, p. 7, te raadplegen via KBR: https://uurl.kbr.be/1144921

[vii] HAEE, “Plechtige herinrichting van ‘Zero Club’ te Edegem”, te vinden via referentie https://archief.edegem.be/index.php/zero-club-documenten-van

451 weergaven

Comments


bottom of page