De Edegemse families De Greef: vooral wevers, cafébazen en bakkers. Deel 1: de wevers.
- Peter Crombecq
- 11 apr
- 9 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 apr
De familie De Greef is al vanaf de 18de eeuw aanwezig in Edegem. De eerste 100 jaar als wevers, Leonard De Greef was de laatste. Daarna zijn er vooral cafébazen en bakkers. In dit deel van het verhaal volgen we vooral de wevers in de familie.
Was Leonard echt de laatste wever?

De stamvader van de Edegemse families De Greef
De Brabander Petrus ‘Peer’ De Greef, geboren in Zeelst bij Eindhoven, kwam in 1792 in Edegem aangewaaid als jongeman van 25 jaar. Hij was linnenwever[i] en kwam in het milieu van de Edegemse wevers terecht. Zo leerde hij Anna Maria Verhaegen kennen, lid van het oude Edegemse weversgeslacht Verhaegen[ii]. Hij trouwde met haar in 1794 (het was van moeten; hun eerste zoon werd twee maanden later geboren). Hun kleinzoon zou de laatste wever in Edegem worden.

Het echtpaar woonde in de Boerenlegersstraat, vermoedelijk nummer 9, een huisje dat vandaag de dag nog altijd kenmerkend is voor die tijd[iii].
De Boerenlegerstraat was in het begin van de 19de eeuw het weverscentrum van Edegem, met naast Verhaegen en De Greef ook de weverfamilies Venus en De Raet.
Het echtpaar kreeg 8 kinderen, 5 zonen en 3 dochters.

Heel bijzonder voor die tijd was dat alle kinderen volwassen werden en trouwden. En dat ligt mee aan de basis van een enorm nageslacht. Peer werd 82 jaar en overleed in zijn huisje, waar hij nagenoeg zijn hele leven heeft gewoond.
De familie De Greef zwermde uit
Edegem was te klein voor de familie en 5 van de 8 kinderen zwermden uit naar Kontich, Antwerpen, Vremde en Aartselaar. Drie zonen, Leonardus, Petrus Franciscus en Petrus Joannes, bleven in Edegem wonen. Alle drie waren wevers, maar Leonardus had wat verder in de Boerenlegerstraat zijn zinnen gezet op een huis waar hij ook kon boeren, vandaag ter hoogte van nummer 21, links van het toenmalige Peetersstraatje. Leonardus had geen nakomelingen. Petrus Franciscus verhuisde naar de Doelveldstraat 6, waar hij weefde, een winkeltje had en er op 66-jarige leeftijd ook overleed. Het echtpaar kreeg 7 kinderen, waaronder Leonard, genoemd naar zijn nonkel. Die gaat in Edegem nog een dorstlessende rol spelen.
Van de derde broer, Petrus Joannes, lijken de kinderen te zijn uitgeweken; van hen vinden we geen naamdragende afstammelingen terug in Edegem.

Het zijn twee kleinzonen van Petrus De Greef die in Edegem nog stevige bakens zullen uitzetten: Leonard de cafébaas en Leonard de wever, geboren in Vremde.
In dit deel van het verhaal volgen we Leonard de wever.
Leonard De Greef, de laatste wever van Edegem
Uit Aartselaar komt plots ene Leonard De Greef, kleinzoon van stamvader Peer, terug in de gemeente van zijn grootvader wonen. Hij was geboren in Vremde op 31 januari 1834 en verhuisde later naar Aartselaar, waar hij in 1874 trouwde met Maria Theresia Wuyts. Kort erna verhuisden ze naar Edegem, meer precies naar de Doelveldstraat 12, waar ook de meeste van hun 10 kinderen geboren zijn. In 1901 verhuisde de familie naar nummer 8, het voormalige café De Roos van André Keulemans[iv]. Leonard installeerde er zijn weefatelier en opende een winkeltje.


In de Geschiedenis van Edegem[v] lezen we het volgende: ‘Aanvankelijk zou hij lakens geweven hebben, maar nadien nog slechts blauwe schorten, die hij met hondenkar uitventte. Het vlas dat Leonard nodig had, betrok hij van zijn zuster Sofie De Greef, gehuwd met Jan Verhaegen en woonachtig op een hoeve aan de Terelststraat.’
Leonard zou bij het werk onderstaand weversliedje hebben gezongen:
Als de wever zat op zijn getouw,
En hij wist niet wat hij weven zou,
Hij weefde al dit, hij weefde al dat,
En hij weefde een hemdslip voor zijn gat.
Leonard had vanaf 1885 ook nog een bij-jobke: lantaarnaansteker. Hij werd door het college van burgemeester en schepenen belast om: “de lantaarnen en lampen, dienende tot de verlichting der straten in Edegem, aan te steken van zodra het duister wordt. De lampen moeten ook op tijd gekuist en verzorgd worden, opdat zij een behoorlijk licht geven.” En dat van 1 oktober tot de laatste dag van februari voor een vergoeding van 165 Fr., “betaalbaar per vijfde op het einde van iedere maand”.
Daarmee moest hij ook de olie, wieken, glazen en herstellingen betalen.
Schade door het werpen van stenen werd door de gemeente gedragen[vi].

Leonard overleed in de Doelveldstraat 8 op 21 mei 1919 en was 85 jaar. Zijn echtgenote was daar ook in 1903 overleden; ze was toen 55.
De nakomelingen van Leonard ‘de wever’ De Greef

Wever Leonard De Greef en Maria Wuyts kregen 10 kinderen, waarvan 4 dochters jong overleden. De 6 anderen trouwden en 5 koppels kregen kinderen.
Leonards dochter Sophia Leonia bleef wonen in het ouderlijk huis aan de Doelveldstraat 8 en verkocht in de winkel koloniale levensmiddelen (denrées coloniales[vii]). Zij trouwde met loodgieter Domien Roodhooft en kregen geen kinderen. Zij zou de winkel blijven uitbaten tot ze overleed in 1938.

Sooi De Greef: bareelwachter, cafébaas en bakker
Maar het is vooral Leonards oudste zoon, Joannes Franciscus De Greef, die in Edegem veel sporen naliet. Hij werd Sooi van de wever genoemd en iedereen wist wie hij was. Maar hij was geen wever. Niemand van de familie zette het beroep verder. Leonard was de laatste, voorlopig toch. Sooi trouwde met Frederica Smaers en samen hadden ze 7 kinderen, waarvan 1 voorhuwelijks. Zij woonden in de Contichse Binnenweg, vandaag de Onafhankelijkheidsstraat. Sooi werkte bij de spoorwegen en moest de seinlampen nazien en ontsteken[viii]. Hij was ook een tijdje bareelwachter. Door gezondheidsperikelen – hij had zijn knoesel gebroken en last van zijn ogen – stopte hij met werken bij de spoorwegen. Frederica moest voor de inkomsten zorgen en installeerde in haar woonkamer een schraag met planken en begon een winkeltje. Hiervoor ging zij zelf haar marchandies halen in de stad. Te voet, met twee grote korven, door de Edegemestraat tot in de Oude-God en vandaar met de tram verder naar de stad. En ze kwam terug met: munt-, zijde-, en beetbollen, jujuppekes, maar ook kruiden, snuif, fantaziekruid, mansoor, kluppelkoek en taaikoek welke de stoelgang in de hand werkte[ix].
Samen met de buren hadden ze ook een kleine bakoven voor 20 broden en het was Sooi die de broden bakte. Het overschot lag in het winkeltje, maar de vraag werd veel groter dan het aanbod. In 1912 huurde Sooi een groter huis verder in de straat. In de kelder werd een stenen oven gemetst met een capaciteit van tachtig broden, gestookt met hout en mutserd (takkenbundel).
Zo werd Sooi van de wever pas een echte bakker!
Dat huis bestaat nog altijd: Onafhankelijkheidsstraat 91.

Als bakker bouwde hij een stevige reputatie op. Hij had een aantal recepten, waaronder zijn befaamde ‘ventjes en vrouwkes’-speculaas, die hij doorgaf aan zijn kinderen. En die zouden er ook furore mee maken. Hij sloot de bakkerij begin de jaren 30 om achter de toog te gaan staan in café De Eendracht, in de Strijdersstraat.
Sooi was ook lid van de Sint-Sebastiaansgilde en schoot zich tot Koning in 1929.


Toen hij overleed in 1949 was hij de Deken, steun en toeverlaat van de Hoofdman. Maar de bakkersrecepten van Sooi De Greef overleefden, dankzij zijn kinderen.
De Edegemse nalatenschap van Sooi De Greef en Frederica Smaers

Twee dochters en de jongste zoon overleden voor hun tiende verjaardag. De vier andere kinderen, Elza, Jette, Leonie en Fé, hebben een zichtbare nalatenschap in de Edegemse gemeenschap.
In dit deel van het verhaal gaan we verder met Felix ‘Fé’ De Greef.
Fé de allrounder, maar kon hij ook weven?

Felix ‘Fé’ De Greef, geboren in 1914, vond dat zijn vader Sooi een strenge man was. Toen ze boven café De Eendracht woonden, in de jaren 30, wou hij naar Edegem Kermis, maar dat mocht niet. Hij kroop via het zonnescherm van het café naar beneden en liep naar de kermis, recht tegen zijn vader Sooi. Hij vloog natuurlijk direct terug naar huis, maar moest als straf opnieuw binnengeraken langs de weg die hij genomen had: het zonnescherm. Een gebeurtenis die Fé jarenlang bleef vertellen aan zijn kinderen en kleinkinderen.
Fé trouwde met Ludovica ‘Wiske’ Van Looy in 1941. Hij was, wat men vandaag zou noemen, een allrounder. Als jonge gast werkte hij in de bakkerij van zijn vader, waar hij de recepten oppikte. Hij was ook mannenkapper en scheerde ’s zondags de boeren voor die naar de mis gingen. Hij kon ook schoenen lappen en hij was trommelaar bij de Harmonie Sint-Cecilia. Maar uiteindelijk werd hij voltijds kok.
Zijn zoon François zegt hierover al lachend: “Mijn vader kon alles, ik kan niks.”
Maar zijn grootste specialiteit was het bakken van patisserie. Hij had de recepten van zijn vader geperfectioneerd en bakte thuis in de keuken Boules de Berlin, éclairs, galetten, koekjes, taarten en speculaas. En masse. De kinderen werden grootgebracht met patisserie en kregen als avondmaal zelfs éclairrekes[x].
Maar weven, dat kon hij niet …
Is er nog een wever na Leonard ‘de wever’ De Greef?

Fé en Wiske hadden drie kinderen: Lisette, François (genoemd naar zijn grootvader Sooi; ook François in het mooie Vlaams) en Bea. In Edegem noemen ze hem nog altijd ‘François van de zoon van Sooike van de wever’. François kon naar eigen zeggen niks, maar was wel productieleider bij Drisag in Herenthals. Hij en zijn echtgenote Lydia Osier hebben 2 kinderen, dochter Dominique en zoon Davy. Davy zal ervoor zorgen dat deze tak van De Greef niet zal uitsterven. En het fameuze speculaas ook niet, want hij heeft het recept meegekregen.
Alleen, geen van de nakomelingen is een wever.
Maar François is ook peter van een van de drie dochters van zijn zus Bea De Greef. Haar naam is Kunta Van Geetsom … En zij is weefster van beroep. Zoals haar betovergrootvader Leonard ‘de wever’ De Greef.
En zo zit het weven opnieuw in de familie. Toeval … of niet.

Het geheime recept van Sooi’s speculaas
En het recept van de befaamde ‘ventjes en vrouwkes’-speculaas van Sooi De Greef is niet langer geheim, want het staat hieronder, ons geschonken door François De Greef. De echtgenote van François, Lydia, heeft ze nog eens gemaakt en uw verhalenverteller heeft ze mogen proeven: een historische ervaring!

Wat een mooie afsluiter, dankjewel François!
Maar François had nog 3 tantes: Elza, Jette en Leonie, zussen van zijn vader Fé. Vooral Leonie De Greef, getrouwd met Remi Roelant, was in Edegem nadrukkelijk aanwezig. Hun bakkerij was een levende legende, en de speculaas ook.
Dit is deel 1 van het verhaal, meer over hen in deel 2.
Het volledige verhaal werd gesplitst in 3 delen:
Het volledige verhaal is er ook zonder splitsing:
Peter Crombecq, april 2025
Met dank aan Lieve en Dries Roelant, François De Greef, Dirk De Greef, Magda Broeckx, Kunta Van Geetsom, Erik Laforce, Frank Neyens, Raymond Verbeeck, de collega’s van het Historisch Archief en de vele reageerders op Facebook. Speciale dank aan Geert De Greef die een familiegeschiedenis heeft opgebouwd rond de stamboom van stamvader Petrus De Greef met voorouders en een indrukwekkend aantal naamdragende afstammelingen. Deze stamboom werd verrijkt met foto’s, documenten en verhalen die hij in zijn research verzameld heeft. Hijzelf is ook een afstammeling van Petrus, van diens zoon die naar Vremde vertrokken is, en een achter-achterneef van Leonard ‘de wever’ De Greef. Hij bezorgde talrijke waardevolle tips en documenten. Een groot deel van de stamboom is te vinden op https://gw.geneanet.org/gedege.
Dit verhaal is een bijdrage aan “Edegem’s verleden, bewaard voor de toekomst” van het Historisch Archief Edegem. Het Historisch Archief is toegewijd aan het behoud van het papieren en digitale geheugen van Edegem. Door het verzamelen, inventariseren en digitaliseren van documenten, boeken, foto’s, tijdschriften, plannen en meer, zorgt het Historisch Archief ervoor dat de geschiedenis van Edegem bewaard blijft voor toekomstige generaties.
Disclaimer
Het verhaal is gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kan aanvullen, nuanceren of aanleiding kan geven tot aangepaste inzichten.
Referenties
[i] Research van Geert De Greef. Familiedocumenten van Petrus De Greef.
[ii] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, (Edegem: Gemeentebestuur van Edegem, 1974), p. 842
[iii] De meeste gegevens i.v.m. data, woonplaatsen en beroepen komen uit de parochieregisters, de akten van de burgerlijke stand, de bevolkingsregisters, het kadaster en interviews met de familie.
[iv] Peter Crombecq, “De families Keulemans, met een ‘K’, schreven Edegemse geschiedenis”, te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/de-families-keulemans-met-een-k-schreven-edegemse-geschiedenis
[v] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 843; het liedje werd door Charel Neyens opgetekend bij Leonie De Greef, kleindochter van Leonard.
[vi] HAE. Edegem. Collegebesluit van 24 oktober 1885.
[vii] HAE. Adresboek Ratinckx 1936
[viii] HAE. Doos 34. Bakkers. De Greef Sooi. Interview met Elza en Leonie De Greef.
[ix] Idem
[x] Interview met François De Greef op 4 februari 2025